‘Jongen van Kotte, pionier van regionale televisie’. Nieuw boek van Henny Everts en Peter Schavemaker
[door Ton Verlind] Het boek verschijnt op 2 oktober en gaat over opkomst en neergang van de katholieke Twentsche Courant en de opkomst van de regionale omroep voor Overijssel en in het bijzonder over de rol van Henny Everts, die opgroeide onder de rook van machinefabriek Stork.
Van Jonge Leu en Oale Groond
Ik was het eigenlijk alweer vergeten: de stormachtige opkomst van de regiosoap ‘Van Jonge Leu en Oale Groond” (2005), geïniteerd door Henny Everts. Ik werkte in die tijd bij de KRO en vanuit ’t Gooi zagen we het fabelachtige succes van dit nieuwe genre. Het toonde aan dat je Nederlanders niet hoeft overvoeren met grensoverschrijdende, spectaculaire, afzeiktelevisie, een genre waarin de commerciële omroep zich in die tijd onderscheidde. Nee, gewoon de alledaagse -maar natuurlijk ook enigszins geromantiseerde- werkelijkheid van het platteland. Daarmee vulde televisiepionier Henny Everts een gat in de markt en sloeg hij een brug tussen de superieure randstad en het bedeesde platteland, precies wat ook de KRO in die tijd belangrijk vond.
Succes
Het boek beschrijft hoe Everts met zijn omroep een megasucces neerzette, waar via de KRO heel Nederland van mee kon genieten: 440.000 kijkers. En om hier ook nog inhoudelijk te reageren op een opmerking die ik tegenkwam: de keuze van de KRO om de regionale omroep indertijd met de introductie van de regiosoap te steunen was geen pragmatische, maar een principiële. Ook nu nog vind ik dat Hilversum de provincie schromelijk verwaarloost. De regiosoap droeg bij aan een ander beeld van het platteland en aan de bescheidenheid van het stadse denken. Helaas is de regiosoap inmiddels weer verdwenen en het probleem van de eenzijdige kijk op wat Nederland is, is weer terug.
De man die elke dag naar zijn werk ging
Het is zomaar een van de onderdelen van ‘Jongen van Kotte’, dat meer is dan een biografie. Het is een stuk geschiedschrijving vanuit microperspectief, gedetailleerd en gezien met de ogen van een man die in het hart van de orkaan stond. Dat gedetailleerde is zowel sterkte als zwakte; geen feit, groot of klein, blijft onvermeld, er wordt royaal aan namedropping gedaan, niemand vergeten, iedereen in zijn waarde gelaten. Terecht! Maar tegelijk vraagt het detail ook geduld van de geoefende lezer. Het zijn vaak ook de kleine verhaaltjes die indruk maken. Zoals van de fabrieksarbeider die bij de grote textielsanering zijn baan verloor en dat zo’n vernedering vond dat hij het voor zijn gezin verzweeg. Elke dag maakte zijn vrouw zijn broodtrommel klaar. Elke dag fietste hij naar het bos waar hij zijn tijd doorbracht om vervolgens ’s avonds huiswaarts te keren. Dat hield hij twee jaar vol!
Interessant is ook de patriarchale rol van ‘Hilversum’ in de omroepgeschiedenis. Wilden ze bij de regionalen iets dan moest het altijd met Hilversum geregeld worden. Hier kreeg het beeld van ’t Gooi ten opzichte van de regio handen en voeten. ‘Zelfs de vloerbedekking in de studio -oranje van kleur- kwam na een bestelling in Hilversum helemaal uit Limburg’, lees ik. En de verwarmingsmonteur kwam uit de Randstad. En dan was er ook nog dat superioriteitsgevoel van de Randstedelijke programmamakers. Everts: ‘Wat ze doen is alles becommentariëren, ze hebben overal een mening over, hebben slappe humor en staan heel ver van de gewone mensen’. Het is zomaar een greep uit de ruim vierhonderd pagina’s met ook heel veel informatie uit het persoonlijke leven van Henny Everts (1947), leuk voor wie hem persoonlijk kent. Wie wil, vindt in dit gedetailleerde stukje geschiedschrijving genoeg om zich over te bazen. Het laat bovenal zien: wie wat onderneemt, brengt iets tot stand. Het boek is geschreven door Henny Everts in samenwerking met Peter Schavemaker.
Geef als eerste een reactie