Komende maandag wordt het mediadebat voortgezet over de visiebrief van mediaminster Arie Slob. Mediajournalist Peter Schavemaker sprak met D66-mediawoordvoerder Joost Sneller.
In het eerste Algemene Overleg (AO) over de visiebrief, op 11 september, had je lovende woorden voor de minister. Je zei: ‘Het is een goede analyse van de uitdagingen waar de publieke omroep voor staat.’ Is dat gevoel gebleven na het AO waarin de minister heeft geantwoord op vragen van de Kamer?
“De brief was zoals je verwacht van een visiebrief; het geeft richting aan. Wat mij betreft roept een visie op tot nadere uitleg en concretisering. Uiteindelijk moet het in wetsvoorstellen, een nieuw mediabesluit en concrete afspraken in een presentatieovereenkomst met de NPO terechtkomen. Maar ik ben zeker wel positief over de contouren van de brief, zeker als het gaat om de analyses. Er zijn grote uitdagingen, zoals het afnemen van het lineair kijken. De brief is ambitieus, in het debat van 25 november hoor ik graag wat het spoorboekje wordt. Ik pak nu graag door.”
“De minister moet goed blijven luisteren naar signalen van andere partijen die nodig zijn voor een meerderheid”
Joost Sneller
Heb je een goed gevoel over de haalbaarheid – in beide Kamers – van de huidige hervormingsplannen? De voorstellen van voormalig mediastaatsecretaris Sander Dekker strandden grotendeels in de Eerste Kamer.
“Het is een opdracht aan de minister om het door beide Kamers heen te loodsen. Als ik luister naar de PVV en Forum voor Democratie wil men de publieke omroep gewoon maar afschaffen. Die partijen gaat de minister niet overtuigen, terwijl de linkse partijen als grootste bezwaar hebben dat er meer geld moet naar de publieke omroep, terwijl uit hun tegenbegroting blijkt dat zij nul euro extra willen geven aan de publieke omroep. Sterker nog, er wordt geen enkel serieus voorstel gedaan om ergens anders geld vandaan te halen, dat men naar de media wil laten gaan. Het wordt lastig om met hen de onderhandelen.”
In gesprekken met mediawoordvoerders constateer ik meer eenheid binnen de coalitie, dan bij eerdere kabinetsvoorstellen om de media te hervormen.
“Dat is waar, maar de Eerste Kamer is onafhankelijk. De minister moet goed blijven luisteren naar signalen van andere partijen die nodig zijn voor een meerderheid.”
In het AO van 11 september zei je: ‘De eerste keuze die ik toejuich, is die van content first, distribution second’. Waarom is het zo van belang om daarop in te zetten?
“Er wordt steeds minder lineair gekeken, terwijl ons financieringsmodel daar nog wel op gericht is. Als je de publieke omroep wil voorbereiden op de toekomst dan moet je wel daar zijn waar de doelgroep is en zorgen dat het programmeergeld gaat naar producties gaat die vervolgens moeten worden gebracht waar het publiek is. De publieke omroep moet niet alleen maar verwachten dat het publiek wel komt waar de publieke omroep het toevallig plaatst.”
Samen met Arjan Lock (College van Omroepen), Martijn van Dam (NPO) en programmamakers was je donderdag 29 augustus 2019 te gast tijdens een meet up (gemodereerd door Mariëlle Tweebeeke, red.) in Beeld en Geluid over de kabinetsplannen voor NPO 3. Suzanne Kunzeler, netmanager van NPO3, noemde haar zender ‘de kraamkamer van de publieke omroep en misschien wel van het hele mediaveld’. Vindt D66 dat NPO 3 deze functie moet houden en dat het een zender moet blijven waarop programma’s voor jongeren worden geprogrammeerd?
“In de visiebrief staat de garantie dat er ruimte blijft, ook lineair, voor de rol van de kraamkamer die NPO 3 nu vervult. In de brief staat niet dat NPO 3 een regiozender wordt, maar dat er meer plek komt voor de regio, als onderdeel van een nieuw zenderprofiel NPORegio, naar analogie van NPO Zapp, op termijn. Kunzeler heeft in het AD gezegd dat zij het lineaire platform NPO 3, voor de komende vijf tot tien jaren, in de huidige vorm nodig heeft. Ik zie daar geen licht tussen.”
In de visiebrief is de minister duidelijk dat NPOStart Plus als separate betaalde dienst ‘overbodig’ is, naast het gezamenlijke platform NLZIET. Hoe zie je de toekomst van NLZIET én van NPOStart Plus?
“Publieke – en commerciële partijen werken al samen. En content van de regionale omroepen is sinds kort ook te zien via NLZIET. NLZIET is een van de voorbeelden waarvan ik denk: Nederland is niet groot, onze kracht ligt in de samenwerking. Hoe Gerard Timmer bij de NOS heeft gekeken hoe de landelijke- en regionale omroepen elkaar kunnen versterken is voor mij een heel goed voorbeeld hoe het moet. Dat is de spirit die ook graag zou zien bij NLZIET.”
“Bundel de krachten in NLZIET, ook in de ontwikkeling van algoritmes”
Joost Sneller
Minister Slob zegt wel dat als de publieke- en private partijen er niet uit komen, het kabinet zelf een knoop doorhakt. Vind je dat de NPO alle innovatie en geld van NPOStart Plus moet halen om zich volledig te kunnen richten op de verdere ontwikkeling en samenwerking van NLZiet?
“Ik zou me dat heel goed kunnen voorstellen. Bundel de krachten in NLZIET, ook in de ontwikkeling van algoritmes. Men moet niet twee keer het wiel uitvinden.”
De Raad voor Cultuur adviseerde op 5 september voor een ‘snelle ontwikkeling’ van een gezamenlijk online platform. De Raad van Cultuur ziet graag dat zo’n platform, waar alle Nederlandse programma’s voor iedereen toegankelijk en betaalbaar zijn, er voor 2021 moet komen. ‘Het platform moet hét onlineadres worden voor Nederlandse mediaproducties als tegenwicht aan buitenlandse mediaplatforms,’ schrijft de Raad voor Cultuur.
“Ik hoor hierin het pleidooi om krachten achter NLZIET te gooien. Ik vind wel dat er gekeken moet worden welke premium- en gratis toegankelijke versies mogelijk zijn, zoals er verschillende abonnementsvormen zijn bij Netflix. Daar moet men samen uitkomen om te komen tot een toekomstbestendig platform. De uitgangspunten van de minister dat het ook gratis toegankelijk moet zijn voor een breed publiek snap ik heel goed.”
Tijdens het Beeld en Geluid-debat zei je verder dat er in vorige kabinetten ‘minder geld een politieke keuze was’ en dat nu geprobeerd wordt ‘een significante stap in een oplossing te zetten en tegelijkertijd te zorgen dat er meer publiek geld en andere geldbronnen worden gevonden.’ Wat is de politieke bijdrage van D66 aan de visiebrief?
“Er komt extra geld bij, 40 miljoen euro. Dat is heel wat anders dan dat er in de kabinetten Rutte I en II extra werd besteed. Verder is D66 blij met opmerkingen in de visiebrief over de toekomst van ledenomroepen. Er wordt in de toekomst niet meer alleen afgerekend op het aantal leden, maar dat omroep ook hun relevatie moeten aantonen. Dat een omroep in het bestel zit is straks geen garantie dat je daar altijd blijft. Omroepen moeten zich, naast de ledenaantallen, ook bewijzen op hun maatschappelijke verankering, bereik en hoe de omroepen doelgroepen betrekken bij programma’s. D66 vindt dat ze ook uit het bestel moeten kunnen worden gezet, als ze niet voldoen aan deze afspraken. Ik vind dit een belangrijke stap voor de toekomst. Het zegt iets waarin de coalitie elkaar heeft gevonden op het belang van pluriformiteit. Dit is een belangrijke stok achter de deur en aansporing dat de omroepen ervoor moeten zorgen dat iedereen wordt bereikt. Het is een verantwoordelijkheid van het CVO om te laten zien hoe de publieke omroep heel Nederland bereikt.”
D66 wil dat de publieke omroep opener zou moeten zijn en gaat samenwerken met maatschappelijke organisaties, zo zei je in het Kamerdebat op 11 september 2019. In het Parool van 2 december 2018 zei je eerder al dat D66 af wil van het alleenrecht van de NPO in het maken van dramaseries, films en documentaires. D66 ziet hierin ook een rol weggelegd voor buitenproducenten, bijvoorbeeld in een samenwerking met Amnesty en het Van Goghmuseum.
“Aan die twee organisaties zou je inderdaad kunnen denken. Er moet ruimte worden geboden aan maatschappelijke organisaties om toegang te krijgen tot het publieke bestel. D66 wil af van het alleenrecht van de NPO om documentaires te maken.”
Aan welke maatschappelijke organisaties denkt D66 om jongeren extra te bereiken?
“De NJR (Nationale Jeugdraad), andere jongerenorganisaties en Natuurmonumenten. Elke organisatie zou kunnen bedenken op welke wijze zij jongeren (nog) beter zouden kunnen bereiken met bepaalde programma‘s.”
“De NOS is aanwezig op het platform waar jongeren aanwezig zijn”
Joost Sneller
Wat is er voor de NPO nog te winnen om de jongeren aan zich te binden, iets dat nog steeds niet goed lukt.
“De NOS maakt via instagram NOS Stories (@nosstories). Daar lijkt het redelijk goed te lukken om jongeren te bereiken. De NOS is aanwezig op het platform waar jongeren aanwezig zijn.”
Je voormalige collega mediawoordvoerder Thierry Aartsen van de VVD zei in een interview met Spreekbuis.nl dat de publieke omroep ‘de luiken moet opengooien en zorgt dat programma’s ook op Instagram TV en op YouTube beschikbaar komen’. Vindt D66 dat de NPO haar aandacht volledig moet richten op deze platforms om de jongeren binnen te halen?
“Ik denk dat op dat soort platforms hele grote kansen liggen. Ik snap heel goed dat de NPO de onafhankelijkheid van de programmering en de content wil waarborgen, maar men moet meer dat soort platforms betrekken, zoals veel omroepen dat zelf graag zouden willen.”
“De terughoudendheid van de NPO is denk ik niet gerechtvaardigd”
Joost Sneller
Is het angst van de NPO om de concurrentie in te zetten om publieke content te delen?
“Ik weet niet wat er achter zit of waar de angst zit, maar ik zie wel een terughoudendheid die ik betreur omdat ik denk dat je zoveel mogelijk mensen met je mooie programma’s en content wil bereiken. Over de randvoorwaarden, zoals verdiensten en het behouden van de regie waar de content wordt gepresenteerd, moet goed worden nagedacht. Maar het antwoord: ‘We doen niks’ is niet het goede antwoord is. Tijdens een hoorzitting in de Kamer heeft de NPO gezegd een risico te zien dat ze in algoritmes terechtkomen, binnen een omgeving waar de kijker de NPO-content als een onderdeel van de gehele content gaat zien. Deze terughoudendheid is denk ik niet gerechtvaardigd.”
Minister Slob zet in zijn visiebrief wel in op het bereiken van jongeren door de NPO. Moet er druk vanuit Den Haag komen dat de NPO toch minder koudwatervrees heeft en echt aan de slag gaat om de platforms te gebruiken?
“De eerste stap is gezet door de opmerking van de minister in de visiebrief. Verder moeten de plannen hiervoor worden uitgewerkt in de concessie- en prestatieovereenkomst, die vragen om navolging te geven aan de plannen.”
Je hoopt dat de NPO ook zelf inziet dat het, ook voor de toekomst van de NPO, van belang is om de platforms in te zetten.
“Ja. In debatten is het onderwerp al een paar keer breed uitgesproken en het staat in de visiebrief.”
“Ik hoop dat een deel van de ‘Snellergelden’ wordt gebruikt om te testen wat werkt om te zorgen dat samenwerking wordt bevorderd of dat blijkt dat in sommige provincies geen regionale omroep nodig is, of dat deze juist moeten worden versterkt”
Joost Sneller
Tot slot, in de visiebrief van de minister is er veel aandacht voor de lokale- en regionale omroepen; een van de stokpaardjes van D66. Hoewel je in het debat over de lokale- en regionale omroepen de minister bedankte voor zijn ‘gevoel van urgentie’, verloopt de vorming van streekomroepen vertraging op. In een motie (aangenomen door de Kamer, red.) riep je op, om via pilots, vorming van de streekomroepen te onderzoeken en hiervoor € 6 miljoen beschikbaar te stellen.
“Ik ben blij dat de minister heeft toegezegd dat het bedrag (door minister Slob genoemd als ‘Snellergelden’, red.) ter beschikking wordt gesteld om te komen tot een toekomstige bestendig model voor de streekomroep. Ik hoop dat hierover, voor het wetsoverleg op 25 november, witte rook te zien zal zijn op welke manier de pilot kan worden vormgegeven.”
Sommige gemeenten willen niet dat er, met de lokale omroepen in de regio, streekomroepvorming komt. Veel van de gemeenten gebruiken het bedoelde geld (opslag per huishouden, red.) voor de lokale omroep ook voor andere zaken. Moet de Kamer en de minister druk leggen bij de gemeenten om toch streekomroepen te vormen?
“Als één gemeente zich terugtrekt uit de vorming van de streekomroep wordt het een wankel bouwwerk. Ik pleit er inmiddels al twee jaar voor om te zorgen dat lokale omroepen niet lokaal, maar landelijk, gefinancierd worden. Dit kan de vorming van streekomroepen bevorderen. Het is gek dat lokale omroepen nu een directe subsidierelatie hebben met hun controleur. Dit staat de kritische journalistiek en toereikend media-aanbod vaak in de weg. Regionale omroepen krijgen relatief veel meer geld dan lokale omroepen, terwijl er in gemeenten veel meer geld wordt besteed dan in de provincies. We houden heel erg vast aan de uniformiteit dat er elke provincie een regionale omroep is en dat de verhouding ten opzichte van lokale – en streekomroep overal hetzelfde is, terwijl er per provincie soms een hele ander logica past. Ik hoop dat een deel van de ‘Snellergelden’ wordt gebruikt om te testen wat werkt om te zorgen dat samenwerking wordt bevorderd of dat blijkt dat in sommige provincies geen regionale omroep nodig is, of dat deze juist moeten worden versterkt. De NLPO, de RPO, de Raad voor Cultuur en de Raad voor Openbaar Bestuur zouden gezamenlijk moet kunnen komen tot een visie voor over 20 jaar of de twee lagen (lokale- en regionale omroepen, red.) naast elkaar kunnen of moeten blijven bestaan.”
Gelijk heeft hij net als Powned het wil ook delen op youtube en dan veel kijkers trekken youtube betaald een deel van zijn winst aan de omroep door om det het veel kijkers trekt, en dat bedrag kan natuurlijk weer gekort gaan worden op de overheids bijdrage, zo dat de omroep meer los van de overheid komt te staan, waar door de overheid minder invloed kan uitoefenen!