Bij de Hilversumse Dutch Media Week is zaterdag een lans gebroken voor een jongerenzender, uitsluitend gemaakt door 18- tot 25-jarigen. Een mooie aanvulling op de ruimte die regionale omroepen straks krijgen op NPO3.
,,Het kan een springplank zijn naar andere tv-programma’s. Jongeren krijgen nu te weinig kansen. Onze studenten zitten vol creativiteit, maar hun formats verdwijnen vaak in een bureaula.”
Aldus Liza Fahner, opleidingsmanager media van het MBO College, die geïnterviewd werd door Kevin van den Berg op de Kerkbrink. Het is een van de activiteiten tijdens de Dutch Media Week. Met een knipoog naar programma’s als Chantal’s Pyjama Party zat Fahner met hem in bad. Ook directeur van Beeld en Geluid, Eppo van Nispen tot Sevenaer dook tussen de badeendjes. Bij een recent werkbezoek aan de Verenigde Staten ontdekte hij dat ze in Amerika niet zo somber zijn over de toekomt van de televisie. In ons land wordt net gedaan of die haar langste tijd heeft gehad.
Uitgebreider
Bij deze vierde editie van dit evenement was er nog meer te beleven door een samenwerking met culturele instellingen, die een link probeerden te leggen met de omroep. De Dutch Media Week (met de Open Studio Dagen volgende week) verwacht met het uitgebreide activiteitenaanbod meer publiek te trekken dan de 40.000 bezoekers van vorig jaar. Over vier jaar wordt zelfs gemikt op 100.000 mensen.
Museum Hilversum had het programma ’Zomaar Gasten’, waarbij Patrick Nederkoorn een antwoord had op de ’gezamenlijke ergernis over altijd dezelfde koppen in talkshows’. Hij maakte naar eigen zeggen een monument voor de bijzondere onbekende Nederlander. Vanuit het publiek werd een nietsvermoedend iemand naar voren gevraagd. ,,Voor velen is het een pure opluchting dat zij zelf niet gekozen zijn.”
Nederkoorn deed het al honderden keren, onder meer op festivals, en wist een persoonlijke sfeer te creëren in twintig minuten. Zijn compagnon zocht bij ’slachtoffer’ Gera (82) toepasselijke, humoristische beelden uit die geprojecteerd werden op een scherm, zoals sportende ouderen en fadomuziek, waar Gera zo dol op is. ,,Communicatie is belangrijk”, aldus de weduwe uit Soest die al 25 jaar vrijwilliger is bij met museum. Maak eens een praatje met wildvreemden in de trein of op straat, dat gebeurt steeds minder.
Op de Kerkbrink maakte jeugd zelf een raptekst, die met zilveren petjes op en omhangen met veel blingbling werd opgevoerd. Ook konden mensen een gif-bestandje (minifilmpje van foto’s) maken. Andere kinderen zetten een virtual realitybril op, waarbij ze met een toverspreuk een poes of gek beest in hun vizier kregen. Omstanders zagen dat ook op een scherm.
Ik vind dit echt vragen om koekjes in een banketbakkerswinkel of zuigelingen in een kraamkliniek. Volgens mij wordt 80 tot 90% van het TV-aanbod al gericht op 15 tot 30-jarigen. Ik zit niet te wachten op bekende Nederlanders tussen de badeendjes. Er is al genoeg zeepachtige zottigheid op de televisie. Ik ben het er wel mee eens, dat er een soort inteeltcultuur aan het ontstaan is binnen een poule van platgetreden prominenten. BN-ers die elkaar bij hun show uitnodigen en andersom. Onbekend talent schreeuwt natuurlijk om ontdekking, maar bedenk wel: echt talent is per definitie schaars. Ik vraag me tevens af of we toe moeten naar een gelaagd omroepsysteem voor verschillende leeftijdsgroepen. zuigelingen-, peuter-, kleuter-, basis- en middelbare scholieren-, studenten- (jong volwassenen-), yuppen-, midlife-, senioren- en veteranen TV? Ik moet er niet aan denken. Via YouTube kan elk individu toch al zijn/haar cognitieve en creatieve diarree lozen? Die grenzen zijn zo willekeurig. Waarom 18 tot 25-jarigen en niet 14 tot 28? De pubertijd duurt voor velen tot ongeveer 45 en sommigen blijven tot hun dood bakvis of krullenknul. TV dient levensloopbestendig te zijn. Ik zie meer in themakanalen.
Even off topic:
Beste Paul Plaizier,
Vraagje: heb je wel eens ergens geen mening over? Natuurlijk is ieder mens vrij om te reageren op van alles en nog wat, maar soms bekruipt mij het gevoel bij jou bijdragen: Ahhh, daar is alweer een reactie van Paul, verder maar weer…. Jouw inzendingen zijn echt niet allemaal waardeloos en onzin (zoals b.v. die van Erik de Wit, waar je zelf terecht tegen ageerde), maar het gebeurt toch regelmatig dat in de kolom “recente reacties” jouw naam overal of bijna overal genoteerd staat. Zelfs reacties op je zelf ga je niet uit de weg. Krab je zelf eens achter de oren voordat je weer in de pen klimt en laat het, vooral indien onweerstaanbaar, toch weer vloeien, met de wetenschap: less is more. Zodat ik dan denk: hé daar is weer eens een lezenswaardig stukje van Paul Plaizier!
Je HOEFT het niet te lezen. Inderdaad ik ken de uitdrukking ook: “In de beperking toont zich de meester.” Ik heb eveneens over veel zaken een mening. Ik heb tevens veel tijd en gelegenheid om te lezen en te reageren. Wat is daar tegen? Reacties op mezelf zijn meestal toevoegingen of verbeteringen. (Ik ben fijn motorisch een beetje onhandig, dus ik maak nogal eens typefouten. Bovendien is die laptop zo gevoelig dat een onbedoelde aanraking of uitademing soms al een functie activeert. Hij lijkt mij wel!) Beste Menno Mendera: als mijn reacties jou vervelen, sorry. Maar het is toch wel een beetje JOUW probleem, denk ik. Overigens ben ik columnist en correspondent geweest bij een lokaal nieuwsblad. Ik vind schrijven leuk en voel me betrokken bij veel zaken. Mag dat niet?
Beste Paul,
Ik heb aangegeven dat je uiteraard mag schrijven wat je wil, net als ieder ander. Maar als je een beetje geloofwaardig wilt blijven, dan moet je soms keuzes maken. Overdaad schaadt. Ik signaleer inderdaad bij mezelf dat ik de neiging heb om jouw reacties over te slaan, hoe zinnig ze ook kunnen zijn. En wat een schrijver toch wil is dat wij hij schrijft gelezen wordt. En serieus genomen wordt. Bij wat mindere frequentie blijft het spannender. Als je je energie ergens in kwijt wil, dan zou ik het afreageer kamertje van André van Duin aanraden 🙂 Bij Ome Joop luchtte dat erg op! Maar misschien kan je bij Spreekbuis een dagelijkse column krijgen?
Misschien dat jouw verzadigingsniveau wat lager ligt dan bij anderen of zelfs minder dan gemiddeld. Ik ga me pas zorgen maken als grotere aantallen mensen kritiek gaan leveren zoals jij. Een dagelijkse column lijkt me wat veel van het goede. In het Leids Nieuwsblad was ik om de twee weken aan de beurt. Daarnaast heb zelfs ik niet eens genoeg stof voor een wekelijks verhaal. Reageren is natuurlijk makkelijker. En wat heeft frequentie met geloofwaardigheid te maken? Overtuigingskracht lijkt me meer samenhangen met inhoud en kwaliteit dan met kwantiteit. Als ik vind dat ik niks zinnigs te melden heb of een thema spreekt me niet aan, dan reageer ik niet. Als voormalig columnist verdeelde ik het publiek in minnaars en haters. Dat is volgens mij ook de kern van debat en commentaar. Over het weer of de baard van de koning lullen kan iedereen. Daar doe ik niet aan mee.