NLPO wil structurele oplossing voor lokale omroepen. ‘De meeste lokale zenders kunnen amper de huur betalen’
Lokale omroepen hebben veel te lijden gehad in de coronacrisis, terwijl nut en noodzaak van hun werk scherper dan ooit werd aangetoond. Marc Visch, directeur-bestuurder van de Nederlandse Lokale Publieke Omroepen (NLPO), is blij met de tijdelijke financiële steun en regelingen voor extra journalisten, maar pleit voor structurele oplossingen. ‘Er moet € 30 miljoen bij.’
‘Corona heeft niet alleen problemen gebracht, maar ook grote voordelen’, zegt Visch, die net als zijn collega’s weer vaker te vinden is in de NLPO-burelen in het gebouw van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum. ‘De lokale omroepen zijn verspreid over het hele land en kwamen soms uit alle streken hierheen voor vergaderingen. Dat doen we nu via Teams. We hadden al een Smartboard in onze vergaderkamer, dat je ook kunt gebruiken voor videobellen. Maar tot de coronacrisis begon, hadden we zoiets van ‘joh, doe normaal’ en konden mensen van buiten eventueel meepraten via de telefoon die we gewoon op tafel legden.’ Thuiswerken is inmiddels ook gewoon. ‘We werken nu ongeveer de helft van de tijd thuis en de helft hier.’
Dat heeft zo z’n eigen uitdagingen voor een leidinggevende, heeft ook Visch gemerkt. ‘We hebben een klein team van zelfredzame mensen. Maar toen iedereen alleen maar thuiswerkte, moesten we wel opletten dat er onderlinge binding bleef bestaan en dat mensen niet zouden vereenzamen. Dus hielden we pubquizzen en een koffie-uurtje via de schermen.’
Zorgelijk
De coronacrisis had ook veel gevolgen voor lokale omroepen. Visch: ‘Hun inkomsten uit bijvoorbeeld reclame daalden fors of verdwenen helemaal. Tegelijkertijd gingen hun kosten omhoog, alleen al door alle maatregelen die ze moesten nemen om verspreiding van corona tegen te gaan. Ze zagen bijvoorbeeld ook het gebruik van hun websites exploderen, doordat er meer belangstelling voor hun nieuws was bij het publiek. Dat leidde ertoe dat providers wilden dat ze meer dataruimte zouden kopen.’
Visch spreekt van een zorgelijke situatie voor veel lokale omroepen. ‘De sector is erg kwetsbaar. De meeste lokale zenders moeten het doen met zo’n € 20.000 tot € 30.000 per jaar. Die kunnen amper de huur betalen en ze kunnen zo niets opbouwen. De minister heeft de coronaproblemen kordaat opgepakt en ik ben blij met het noodfonds voor de lokale media, maar er moeten structurele oplossingen komen.’ De NLPO vreest grote negatieve gevolgen als er niks gebeurt. ‘Door de financiële problemen heeft een aantal lokale omroepen de activiteiten al afgeschaald. Dat wordt dan nog erger, of ze zullen er zelfs helemaal mee stoppen.’
Dat zou grote maatschappelijke schade betekenen, waarschuwt Visch. ‘Lokale omroep is geen hobby, maar is van belang voor de democratie. Journalistieke controle op bijvoorbeeld de gemeentebesturen is belangrijk. De gemeenten hebben veel taken en geld van het rijk gekregen. Maar politieke partijen hebben moeite om geschikte kandidaten voor de gemeenteraadsverkiezingen te vinden. Dat biedt kansen voor de onderwereld om erin te kruipen, ondermijning is een reëel risico. En plaatselijke omroepen hebben meer taken, naast het kritisch volgen van bestuurders. Ze bevorderen ook de gemeenschapszin, ze helpen om de boel bij elkaar te houden, zoals oud-PvdA-leider Job Cohen het noemde. Dat doen ze door plaatselijke cultuur te brengen, evenementen te verslaan en deel uit te maken van de lokale gemeenschap, in het hart daarvan te zitten.’
Vrijwilligers en verbinding
Dat laatste is volgens Visch het grote verschil met de regionale omroepen, die op provinciale schaal opereren. ‘Lokale omroepen bestaan voor het merendeel uit vrijwilligers. Naast hun omroepwerk doen die van alles, ze zitten op school, werken, zijn lid van verenigingen en noem maar op. Al die kennis, contacten, indrukken nemen ze mee in hun werk voor de lokale omroep, die mede daardoor echt in de haarvaten van de samenleving zit. Er zijn al witte vlekken op de journalistieke kaart, gemeenten waar helemaal geen lokale omroep meer is. Als lokale omroepen verder moeten afschalen of stoppen nemen de witte vlekken alleen maar toe.’
‘Als lokale omroepen afschalen of stoppen nemen de witte vlekken toe’
Marc Visch
‘Bedenk ook dat er grote verschillen in Nederland bestaan. Noordoost Groningen is anders dan Rotterdam. In Rotterdam heb je een groot aanbod aan media, en wat daar gebeurt krijgt ook aandacht in landelijke media. In Noordoost Groningen zitten weinig media en landelijke media komen er zelden. De mensen wonen er verspreid over veel kleine kernen. Daar kan lokale omroep mensen met elkaar verbinden. In Rotterdam kunnen ze veel meer een verbindende rol spelen op wijk- en straatniveau.’
Drie lagen in het bestel
Dat betekent ook iets voor de lokale omroepen zelf, zegt Visch. De NLPO streeft al jaren naar professionalisering van lokale omroepen door krachtenbundeling via zogenoemde streekomroepen te stimuleren. ‘Dat betekent niet per se dat lokale omroepen moeten fuseren’, stelt Visch vast. ‘Er is maatwerk nodig. Ze kunnen ook nauw samenwerken, bijvoorbeeld binnen een streekgebonden koepel.’ Maar professionalisering is wel nodig, aldus de NLPO-voorman. ‘We kennen drie bestuurslagen in Nederland: rijk, provincies en gemeenten. Twee daarvan, rijk en provincies, worden goed gevolgd door de landelijke en regionale publieke omroepen. Op het niveau van de gemeenten zit echt een probleem.’
De oplossing zit niet in het opslokken van de lokale omroepen door de regionale zenders, vindt Visch. ‘Dat levert geen toegevoegde waarde op, want regionale omroepen kunnen niet in elke gemeente, elk dorp aanwezig zijn. Je moet die twee lagen in het bestel niet op een hoop vegen, waarbij de regionale omroepen het lokale nieuws wel even doen. Zo’n 80 procent van het lokale nieuws is ook echt lokaal, 20 procent kan een goede grondstof voor een item van de regionale omroep zijn. Samenwerking, zo zien we ook in allerhande rapporten terug, is effectief als het op basis van gelijkwaardigheid en wederkerigheid gebeurd. Dus moet er wel een stevige lokale omroep zijn om een goede samenwerking tot stand te brengen.’
Zien de regionale omroepen dat ook zo? Daarvan is Visch niet zeker. ‘De ene meer dan de andere. Omrop Fryslân en het Limburgse L1 wel, die willen geen lokale omroepen overnemen, maar ermee samenwerken. RTV Utrecht en RTV Noord-Holland lijken een meer prominente plek voor zichzelf te zoeken op lokaal vlak.’
€ 30 miljoen
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de overheid begrijpen volgens Visch dat verschraling van de lokale journalistiek moet worden tegengegaan. ‘Er liggen tal van rapporten van onder meer de Raad voor Cultuur, de VNG zelf en het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek, die allemaal één ding gemeen hebben: onze laag in het publieke omroepbestel krijgt te weinig geld. De huidige middelen, € 10 miljoen voor 230 lokale omroepen, zijn niet genoeg om in de journalistieke basistaken op lokaal niveau te kunnen voorzien. Daarom pleiten wij in Den Haag voor extra geld. Er moet € 30 miljoen bij. Dat geld moet je niet weghalen bij de andere lagen in het bestel. Die staan er financieel beter voor, maar ook zij moeten scherpe keuzes maken. Bovendien hebben wij elkaar hard nodig. Laten we samen optrekken. Een sterke publieke omroep kost wat, maar we stoppen het geld niet in directeuren met dure leaseauto’s of andere hoge overheadkosten.’
Ik ben niet zo enthousiast over de plannen voor de streekomroepen. In mijn regio is er een streekomroep bedacht voor een groot deel van de provincie terwijl onze gemeente vrijwel geen binding met de andere gemeentes in de provincie heeft. Eerder nog met met gemeentes uit andere provincies. Wat mij betreft doet de regionale omroep dit gewoon. Streekomroep is hier nergens voor nodig. Nog meer nieuws uit de grootste plaats van de provincie.
Dan liever een verzoekplaatje aanvragen voor buurvrouw Bep.