Marc Visch (NLPO): ‘Politiek moet financiering lokale omroepen verbeteren’

Ook de lokale publieke omroepen in Nederland hebben te kampen met de gevolgen van de coronacrisis. Los daarvan stonden veel van de lokale zenders al onder druk door gebrek aan geld. Twee belangrijke adviesraden van de regering hebben gepleit voor extra financiering. Tijd voor een gesprek met NLPO (Nederlandse Lokale Publieke Omroep)-topman Marc Visch.

Geldzorgen en professionalisering, dat zijn de grootste uitdagingen waarmee de meeste lokale omroepen worstelen. Visch is dan ook blij met de oproep van de Raad voor het Openbaar Bestuur en de Raad voor Cultuur aan het kabinet om voor de lokale journalistiek 36 miljoen euro extra uit te trekken. Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) benadrukte onlangs dat lokale stations meer geld nodig hebben om goed te kunnen functioneren.

Visch: ‘Dit is heel positief voor ons. Het rapport van de twee adviesraden is een uitvloeisel van het regeerakkoord. Er was van hen al een rapport verschenen dat vooral over de wijze van organiseren ging. Nu is daar dit rapport bijgekomen over de financiering. De VNG heeft haar beleid herijkt, en onderstreept het belang van lokale omroepen voor de informatievoorziening en controle op de plaatselijke politiek.’

Hij mag blij zijn met de adviezen aan het kabinet, maar dat wil niet zeggen dat hij het met alles wat erin staat eens is. ‘De raden pleiten voor verhoging van het basisbedrag dat een gemeente betaalt van gemiddeld €0,64 per inwoner naar €2 per inwoner. Wij kiezen een andere weg: een basisbedrag per omroep. Een basisbedrag van €2per inwoner pakt goed uit voor lokale omroepen in grote steden, maar in gemeenten met enkele tienduizenden inwoners schiet het niet op. Dan houd je een financiering die te laag is voor de professionalisering, die wij nodig vinden.’

Organisatie en professionalisering
Al jaren is in de wereld van de lokale omroepen discussie gaande over de wijze waarop de zenders zich organiseren. Voorheen waren de lokale zenders gebundeld in de vereniging OLON. Die heeft in 2016 haar taken overgedragen aan de nieuwe sectororganisatie NLPO. Sinds kort is de NLPO de enig overgebleven koepelorganisatie, de OLON heeft zichzelf opgeheven.

‘De NLPO is vanuit de OLON opgericht met de bedoeling dat die uiteindelijk als enige sectororganisatie zou overblijven, om het in radiotermen te zeggen: een fade in-fade out constructie. Het is natuurlijk wel belangrijk dat de omroepen hun stem kunnen laten horen, dus hebben we een College van Omroepen als adviesraad verder opgetuigd. Het College mag onder meer leden van de Raad van Toezicht van de NLPO voordragen. En we hebben een aantal klankbordgroepen voor de ontwikkeling van beleid, waarin het College is vertegenwoordigd. Die klankbordgroepen buigen zich over belangrijke onderwerpen, zoals de vorming van streekomroepen, professionalisering, techniek en dienstverlening.’

Twee van die thema’s spelen -naast de financiering- een essentiële rol: de vorming van streekomroepen en professionalisering. Visch: ‘Het fuseren van lokale zenders tot streekomroepen is geen doel op zichzelf. Het is een middel om te komen tot een Lokaal Toereikend Media-Aanbod (LTMA). Daarvoor is een professioneel aangestuurde en goed zichtbare omroep nodig, met een onafhankelijke programmering die bijdraagt aan de lokale democratie. Een streekomroep kan meer dan aparte lokale zenders, zo’n bundeling vergroot de slagkracht en zorgt ervoor dat het geld efficiënter kan worden ingezet.’

Lokale omroepen draaien veelal op vrijwilligers, die niet per se een journalistieke achtergrond hebben. De NLPO biedt daarom opleidingen en e-learnings aan. Niet alleen op journalistiek gebied, maar ook als het gaat om techniek of bijvoorbeeld kennis van het auteursrecht.

Een andere mogelijkheid om te professionaliseren en de kwaliteit van het aanbod te verhogen, zou samenwerking kunnen zijn met partners binnen en buiten de omroepwereld. Daar zitten wel haken en ogen aan, signaleert Visch. ‘De mogelijkheden om samen te werken met bijvoorbeeld kranten zijn wettelijk beperkt. Maar je mag als publieke omroep niet dienstbaar zijn aan het maken van winst door anderen. Dus hoe ontwikkel je dan een model, waarin samenwerking voor bijvoorbeeld een krantenuitgever interessant is? Je mag wel experimenteren en dat is ook zeker gedaan. Maar uitgevers zijn daar wat huiverig voor, want wat gebeurt na het experiment, hoe zorg je voor continuïteit? Samenwerking binnen het publieke omroepbestel is ook mogelijk. Maar laten we eerlijk zijn, daarvoor missen de lokale omroepen toch nog de basisinfrastructuur. Wat hebben wij op dit moment te bieden? Professionele streekomroepen zouden voor de regionale en zelfs landelijke omroepen wel een interessante partner kunnen zijn.’

Corona

De coronacrisis maakt het er allemaal niet eenvoudiger op voor de lokale zenders, vooral financieel niet. ‘Het treft lokale omroepen onder meer door het wegvallen van reclame-inkomsten, bijvoorbeeld vanuit de horecasector. De lockdown betekent ook dat er geen evenementen zijn en maakt lokale omroepen minder zichtbaar. Gemeenten springen soms in en we zijn blij met de noodregeling. Maar gemeenten staan dankzij corona voor hoge kosten en als er bezuinigd moet worden, is de keus tussen bijvoorbeeld jeugdzorg en de lokale zender snel gemaakt. Aan de andere kant maakt corona extra duidelijk hoe belangrijk lokale omroepen zijn: iedereen wil toch weten wat de maatregelen plaatselijk betekenen, en of er een uitbraak is in het verzorgingshuis om de hoek. Lokale zenders dragen bij aan de gemeenschapszin. Ze hebben hun meerwaarde tijdens deze crisis echt getoond.’

‘Het is mooi dat de politieke partijen nu in het vizier hebben dat lokale omroepen belangrijk zijn. Maar de verkiezingen komen eraan, dus de adviezen aan dit kabinet zullen pas door het volgende worden opgepakt. Het probleem is benoemd, nu is het tijd om met extra geld over de brug te komen. Ik begrijp dat daarvoor tijd nodig is, maar we naderen een punt: de politiek kan niet nog eens jaren wachten en weer allerlei rapporten produceren. Er moet een landelijk netwerk van journalistiek professionele lokale omroepen komen.’

6 Comments

  1. Lokale Omroepen zijn vaak omroepen waar mensen werken die landelijk of regionaal net niet aan de bak komen. Het zijn hele goede “hobby mensen”. Er zijn maar weinig mensen die een subsidie krijgen van een overheid om hun hobby uit te voeren. Ik vind dus dat die lokale omroepen hun eigen broek moeten ophouden. Lukt dat niet dan is de vraag gerechtvaardigd of die stad of dorp wel behoefte heeft aan een omroep.

  2. Jij hebt geen idee wat een lokale omroep is, als je zo’n stelling durft te doen.
    De “hobby mensen” krijgen een hogere doelstelling dan de landelijke en regionale publieke omroepen, omdat zij een station moet draaien met een hoog aandeel lokale content.
    Je mag de lokale omroepen wel zien als de omroepen waar de profs beginnen. Vele nu bekende radio en tv mensen zijn begonnen bij de lokale omroep.

  3. Ik weet er alles van. Ben op leeftijd en ben programmaleider geweest bij een ziekenomroep (40 jaar) en mede oprichter van de lokale omroep in mijn Gemeente. Daar ruim 20 jaar programmaleider geweest. Nee ik heb geen idee en weet niet waar ik over praat.

  4. Gerard,
    Je doet enorm neerbuigend door de lokale omroep medewerkers “hobby mensen” te noemen. En dat is nergens voor nodig.
    Je kan net zo goed stellen dat alle medewerkers van regionale en landelijke omroepen gesubsidieerd worden om hun hobby uit te oefenen.
    Niet met 2 maten meten, maar dan ook die landelijke en regionale omroep medewerkers goede “hobby mensen” noemen. Met dat verschil dat zij er allemaal van kunnen leven. Er zijn er zelfs diversen miljonair geworden van de subsidies.
    Bijna alle Lokale omroep medewerkers doen het gratis.

  5. Gemeente Oldambt heeft besloten om de 23000 euro die naar de lokale omroep RTVGO gaat per jaar niet meer te willen besteden aan de omroep. Advies is dat we via sponsoring het zelf moeten gaan redden. Vreselijk.

    Visie op een gezonde lokale omroep middels het daarvoor bestemde geld direct aan de omroep zelf te doen toe komen. De belasting betaler wordt speelbal van de gemeentelijke bestuurders. Afkalving van de democratie door het afschuiven van verantwoording is aan de orde van de dag.
    Het is dus mogelijk dat een gemeente geld dat voor een lokale omroep bestemd is in eigen zak steekt en haar bevolking een media kanaal ontzegt waar de burgers wel voor betaald hebben. Beter de omroep gelden direct uit Den Haag aan lokale omroepen uit te keren. Zodat de lokale omroep een meer jaren plan kan ontwikkelen dat de professionalisering ten goede komt. Het is van belang dat je goede tv en radio kunt maken met lokale vrijwilligers die vanuit het hart van de samenleving journalistieke, informatieve, culturele en educatieve programma’s kunnen maken. Dat is wat deze mensen drijft en wat ze het beste kunnen. Om RTVGO in de ether te houden mogen we nu aandacht gaan besteden aan sponsoring met als gevolg dat de lokale omroep haar bestaansrecht baseert op het uitzenden van reclame net als een commerciële omroep. Wie is daarbij gebaart? De adverteerders hebben het al moeilijk in `COVID tijd en de verkoop zal in een dun bevolkt gebied als t Oldambt zeker niet stijgen. Zonde van de zendtijd. Dè manier om je luisteraars en kijkers weg te jagen. Juist de verslaglegging van wat in de regio speelt is van cultuurhistorische waarde voor het nageslacht het archiveren van eigen taal en karakter houd de diversiteit levend in de samenleving. Couleur locale.

  6. Ik vind het een lastig en duaal vraagstuk.

    Enerzijds kan ik de visie van Gerard (deels) ondersteunen. Ook ik werk bij een lokale omroep (enkel radio) en zie en hoor dagelijks dat een deel van de vrijwilligers een hobby aan het uitoefenen is. Sommige ook nog eens van tenenkrommende slechte kwaliteit. De hoofdtaak van een lokale omroep blijft m.i. toch om lokale nieuwscontent te maken (en niet alléén te brengen) maar dat deel van de vrijwiliigers wil enkel “muziekradio” maken, géén journalistieke affiniteit. Een andere reden van blijvend amateurisme is het ontbreken van een visie vanuit het bestuur. Hierdoor worden veel medewerkers onvoldoende begeleid en gestuurd en blijven noodzakelijke initiatieven of investeringen achterwege.

    Anderzijds zie ik absoluut de meerwaarde van een lokale omroep. Het brengen van het lokale nieuws en dicht in en bij de lokale samenleving staan kan hele mooie journalistiek opleveren. Hierbij dient een gemeente wel te voldoen aan haar morele verplichting en geoormerkt geld voor de lokale omroep ook te leveren en niet aan andere doelen te spenderen. Tegelijkertijd kan een lokale omroep vaak veel meer activiteit ontplooien om inkomsten via commercials te verwerven dan nu het geval is. Dit mag een gemeente ook benoemen.

    De verwachting dat de vorming van een streekomroep (een groot deel van-) de huidige uitdagingen van een lokale omroep gaat oplossen deel ik niet.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*