Minister Slob geeft reactie op kamervragen over mediabeleid en NPO

De Tweede Kamer heeft voor het zomerreces diverse schriftelijke vragen aan Minister Slob gesteld over onder andere de toekomst van het Nederlandse medialandschap, de NPO en de dalende STER inkomsten. Minister Slob heeft de vragen van de Tweede Kamer-fracties schriftelijk beantwoord. Het verslag is HIER te lezen. Komende dagen zal Spreekbuis.nl verder ingaan op enkele vragen van fracties en de reactie van de Minister.

De algemene reactie van de Minister is hieronder te lezen.

Reactie minister Arie Slob:
(De tekst is een 1 op 1 reactie van de Minister. Spreekbuis.nl heeft quotes uit zijn tekst toegevoegd)

‘Ik dank de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor de schriftelijke inbreng van de fracties over een aantal brieven over media en journalistiek. De leden van de verschillende fracties hebben met belangstelling kennisgenomen van de brieven. Hieronder zal ik antwoorden op de vele verschillende vragen die de leden stellen. Maar voordat ik dat doe wil ik ter inleiding een paar algemene opmerkingen maken.

In mijn mediabegrotingsbrief 2018 heb ik de essentiële rol van de publieke omroep voor onze samenleving benadrukt. De publieke omroep borgt publieke waarden: de veelkleurigheid, de onafhankelijkheid en de toegankelijkheid van het publieke media-aanbod met een variatie aan programma’s zijn niet alleen een bron van informatie, cultuur en educatie, maar ook een samenbindende factor.

“Grote, wereldwijd opererende bedrijven drukken hun stempel op het media-aanbod.”

We zien daarnaast een ontwikkeling waarbij consumenten kunnen kiezen uit een onbegrensd aanbod van informatie en entertainment van over de hele wereld. Grote, wereldwijd opererende bedrijven drukken hun stempel op het media-aanbod. En nieuws en informatie komen niet meer alleen van gerenommeerde en gezaghebbende journalistieke organisaties tot ons. Informatie is overal en komt van alle kanten en de bron is vaak niet duidelijk.

Het is gelet op die ontwikkelingen belangrijk om een publieke omroep te hebben die een herkenbare, betrouwbare en voor iedereen veilige bron van informatie is. Op landelijk, regionaal en lokaal niveau. Het is van essentieel belang om een goed journalistiek klimaat te hebben, waarin betrouwbare en onafhankelijke nieuwsgaring, nieuwsduiding en onderzoeksjournalistiek kunnen gedijen. Het is ten slotte zaak dat we werken aan versterking van de hele Nederlandse mediasector, zodat blijvend geïnvesteerd kan worden in de productie van unieke Nederlandse content. Dit zijn drie forse uitdagingen, niet alleen voor het kabinet, maar voor de hele Nederlandse media- en journalistieke sector.

“Veel leden benoemen de aangekondigde budgetverlaging als een bezuiniging van dit kabinet. Ik begrijp die associatie. In het regeerakkoord, in de diverse brieven die ik aan uw Kamer heb gestuurd noch in het mondelinge debat over de mediabegroting eind vorig jaar zult u echter het woord “bezuiniging” aantreffen.”

Gelet op de financiële situatie van de mediabegroting zijn er echter grote zorgen die ook in de vragen van de leden van de verschillende fracties doorklinken. Ik constateer dat de leden van alle fracties veel vragen stellen over de dalende Ster-inkomsten en de budgettaire gevolgen daarvan voor de publieke omroep. Veel leden benoemen de aangekondigde budgetverlaging als een bezuiniging van dit kabinet. Ik begrijp die associatie. In het regeerakkoord, in de diverse brieven die ik aan uw Kamer heb gestuurd noch in het mondelinge debat over de mediabegroting eind vorig jaar zult u echter het woord “bezuiniging” aantreffen. Wat uw Kamer wel aantreft, is de ambitie van dit kabinet om een sterke publieke omroep, op alle niveaus, te handhaven. Dat is een mooie opdracht, maar stelt mij ook voor een zware opgave, of dilemma zo u wilt. Ik zie mij namelijk geconfronteerd met een tegenvallende financiële situatie die onverwacht snel is gekomen. Die situatie dwingt mij om de inkomsten en de uitgaven van de mediabegroting in balans te brengen. In de afgelopen jaren kon de algemene mediareserve nog gebruikt worden, maar dat lukt niet meer. Bij de huidige stand zal dat onvermijdelijk negatieve gevolgen voor het budget van de publieke omroep hebben. Dat is geen bewuste beleidskeuze van het kabinet om te bezuinigen, maar een feitelijke noodzaak. Feit is namelijk dat de mediabegroting gevoed wordt met Ster-inkomsten. Als die inkomsten dalen en er is geen bron om dat te compenseren, dan is er voor de publieke omroep minder geld beschikbaar.

Het is nuttig, zoals de leden van enkele fracties ook vragen, om terug te kijken hoe dat zo is gekomen en of er alert genoeg gereageerd is. Maar het is belangrijker om vooruit te kijken. Ik wil namelijk voorkomen dat de ontwikkelingen over ons heen rollen en ondertussen de publieke omroep aan relevantie verliest, de journalistieke sector kwetsbaarder wordt en het Nederlandse medialandschap en –aanbod verschraalt.

Ik zet mij daar als volgt voor in:

Wat betreft de publieke omroep zullen er keuzes gemaakt moeten worden, zowel in programmering als in organisatie. Daarvoor heb ik de NPO om een plan gevraagd. Ik heb de raad van bestuur van de NPO uitgenodigd om het plan met mij te bespreken om een beter beeld te krijgen van de invulling en (financiële) gevolgen van het plan. Ik teken hier wel bij aan dat het – conform haar wettelijke taak – aan de NPO is om de programmatische keuzes te maken.

“Ik ga er van uit dat hierdoor de programmering kan worden ontzien, en dat dat enige tijd biedt om te kijken naar een goede invulling van het budget in de jaren daarna.”

Ik heb de publieke omroep geïnformeerd dat volgend jaar de aanwezige en inzetbare mediareserves benut moeten worden. Dat verlicht de financiële opgave voor 2019. Ik ga er van uit dat hierdoor de programmering kan worden ontzien, en dat dat enige tijd biedt om te kijken naar een goede invulling van het budget in de jaren daarna.

Ik zal met de NPO nader spreken over de benutting van mogelijkheden om de eigen inkomsten te vergroten.

Met het oog op de lange termijn ga ik de tijd tot aan de nieuwe erkenningsperiode benutten om te werken aan een visie op de publieke omroep voor de langere termijn, met als doel een sterke pluriforme publieke omroep te behouden met een kwalitatief, pluriform, inclusief media-aanbod.

“Ik wil daarnaast met betrokken publieke en private partijen werken aan versterking van de mediasector.”

Ik wil daarnaast met betrokken publieke en private partijen werken aan versterking van de mediasector. Ik ben inmiddels gesprekken gestart met een breed scala aan partijen in de mediasector over een strategische agenda voor de toekomst voor de media in Nederland.

Ter bevordering van de regionale en lokale informatievoorziening zal ik ervoor zorgen dat het extra structurele budget van € 5 mln. dat in het regeerakkoord is vrijgemaakt voor onderzoeksjournalistiek vooral op regionaal en lokaal niveau terechtkomt.

Ik zie dat er bij alle fracties zorg bestaat over de positie van de publieke omroep en de publieke programmering. Enkele fracties zeggen expliciet te staan voor behoud van een sterke publieke omroep. Dat waardeer ik en beschouw ik als een belangrijke steun voor mijn beleid. Hieronder ga ik in op de vragen die door de leden van de verschillende fracties zijn gesteld. Ik volg daarbij de indeling van het verslag van de commissie.’

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*