Minister Slob over regionale en lokale journalistiek

De Tweede Kamer heeft voor het zomerreces diverse schriftelijke vragen aan Minister Slob gesteld over mediazaken. Minister Slob heeft deze vragen van de Tweede Kamerfracties schriftelijk beantwoord. Komende dagen zal Spreekbuis.nl verder ingaan op enkele vragen van fracties en de reactie van de Minister, over onder andere STER, NLZIET, Fake News en de bezuinigingen Ditmaal: regionale en lokale journalistiek.

Lokale- en regionale journalistiek is van belang voor de lokale democratie. Veel lokale, streek en regio-omroepen zitten in financiële problemen. Daarnaast voldoen nog steeds veel gemeentes niet aan het richtsnoerbedrag. Diverse fracties vragen aan Minister Slob welke acties hij hiervoor gaat nemen.

CDA
De leden van de CDA-fractie merken op dat de minister in de Kamerbrief aangeeft actie te gaan ondernemen omdat slechts 79% van de gemeente voldoet aan de richtsnoer voor de hoogte van het bedrag waarmee een gemeente de lokale publieke omroep bekostigt. Aan welke actie zit de minister te denken, zo vragen deze leden.

Ik ga samen met de minister van BZK in gesprek met de NLPO en de verantwoordelijke VNG-commissie over (onder andere) de werking van het richtsnoerbedrag, de wijze waarop gemeentes invulling geven aan het richtsnoerbedrag en hoe gemeentes omgaan met de vorming van streekomroepen. Ik verwijs hierbij ook naar de Kamerbrief van 5 juli jl. over de versterking van de lokale democratie van de minister van BZK. Ik informeer uw Kamer vóór het mediabegrotingsdebat over de uitkomst van deze gesprekken.

De leden van de CDA-fractie vragen of de minister op de hoogte is van de financiële problematiek, ook bij omroepen die de minister zelf beschrijft als goede voorbeelden en hoe hij hiermee omgaat. Deze leden vinden het van belang dat de streekomroepen gaan slagen en vragen welke mogelijkheden de minister ziet om positief bij te dragen aan het voortbestaan van de goede voorbeelden die de minister in zijn brief noemt.
Het onderzoek Evaluatie Bekostiging Lokale Omroepen uit 2016 van het Commissariaat laat zien dat ongeveer 30% van de lokale publieke omroepen een zorgelijke financiële gezondheid kent. Er bereiken mij signalen van lokale omroepen en streekomroepen dat hun financiële situatie precair is. Dat betreur ik en ik ben mij bewust van de inspanningen van lokale omroepen om de transitie naar streekomroep te maken.

Ik acht het van belang te benadrukken dat op grond van de Mediawet gemeenten verantwoordelijk zijn voor de bekostiging van lokale publieke omroepen. De keuze voor de hoogte van het bekostigingsbedrag is aan de desbetreffende gemeente. Ik hecht eraan om als Rijksoverheid niet in die gemeentelijke verantwoordelijkheid te treden.
Niettemin is goede publieke informatievoorziening op lokaal- en regionaal niveau een zaak waar dit kabinet ook zelf aan wil werken. Daarom zorg ik ervoor dat de structureel beschikbare € 5 mln. voor onderzoeksjournalistiek in 2018 voor een belangrijk deel ten goede komt aan onderzoeksjournalistiek op regionaal en lokaal niveau. Verder stel ik jaarlijks geld beschikbaar voor de uitvoering van de activiteiten van de NLPO. In 2018 is dit ruim € 1.5 mln. En zoals gezegd ga ik samen met de minister van BZK40 in gesprek met de NLPO en de verantwoordelijke VNG-commissie. Tot slot biedt mijn voorstel voor een alternatieve bekostigingswijze voor de projecten van de RPO binnen de zogenoemde ‘frictiekostenregeling B’ ruimte om samenwerkingsprojecten tussen regionale en lokale publieke omroepen (onder coördinatie van de RPO) te bekostigen.

De leden van de CDA-fractie merken verder op dat in het regeerakkoord is opgenomen dat, omdat streekomroepen bijdragen aan de professionalisering, het kabinet zich beraadt op de wijze van organisatie en financiering van de lokale omroepen. Zou de minister een tijdslijn kunnen geven van de uitvoering van het regeerakkoord op dit punt zo vragen deze leden.
De afgelopen maanden sprak ik met meerdere regionale en lokale publieke en private mediainstellingen, op allerlei plaatsen in het land en met verscheidene makers, journalisten en bestuurders. Deze bezoeken en gesprekken leveren belangrijke informatie op voor de uitvoering van dit onderdeel van het regeerakkoord.
Mede op basis van wat ik de afgelopen maanden heb gezien en gehoord ga ik samen met de minister van BZK gesprekken voeren met de NLPO, VNG en streekomroepen. Over de uitkomst daarvan en het verdere tijdpad informeer ik u vóór de Kamerbehandeling van de mediabegroting 2019.

Tot slot hebben de leden van het CDA het signaal bereikt dat lokale publieke omroepen soms transportkosten aan distributeurs moeten betalen van het transport van de Media Gateway naar het regionale punt, terwijl dit niet het geval is bij regionale en nationale publieke omroepen en er een must carry verplichting is voor distribiteurs. Deze leden vragen of dit mag en zo nee, hoe dit kan worden gehandhaafd.
Het Commissariaat is belast met de bestuursrechtelijke handhaving van het bepaalde bij of krachtens de Mediawet 2008. Het is dan ook aan het Commissariaat om te bepalen of de door deze leden gesignaleerde praktijk is toegestaan. Bij twijfel hierover is mogelijk dat de NLPO deze zaak ter beoordeling aan het Commissariaat voorlegt.

D66
De leden van de D66-fractie vragen of de minister bereid is om met de verschillende streekomroepen in gesprek te gaan, om te kijken welke juridische, financiële en organisatorische barrières de streekomroepen tegenkomen en te onderzoeken of het mogelijk dan wel wenselijk is om deze barrières weg te nemen en hierover de Kamer te informeren. Is de minister daarnaast bereid om een uitgebreidere visie te schrijven over de positie van de overheid in de ondersteuning en begeleiding van de vorming van streekomroepen zo vragen deze leden.

De afgelopen maanden sprak ik met meerdere regionale en lokale publieke omroepen (waaronder streekomroepen) en private media-instellingen. Die gespreken leverden nuttige informatie en ervaringen op. Mede op basis hiervan ga ik samen met de minister van BZK gesprekken voeren met de NLPO, VNG en lokale omroepen en streekomroepen. Een belangrijk onderwerp van deze gesprekken is de vorming van streekomroepen en de vraag in hoeverre dit versterkt kan worden. Ik informeer uw Kamer vóór het mediabegrotingsdebat aan het einde van dit jaar over de uitkomst van deze gesprekken. Ik zal in deze brief tevens ingaan op de positie van de Rijksoverheid bij de vorming van streekomroepen.

Daarnaast is volgens de leden van de D66-fractie de financiële basis van verscheidene reeds gevormde streekomroepen wankel en is de nood voor een aantal zelfs zeer acuut. Welke mogelijkheden ziet de minister om hier iets aan te doen en is hij bereid de nieuwe invulling van de frictiekostenregeling voor regionale omroepen daarbij te betrekken zo vragen deze leden.
De financiële situatie van enkele streekomroepen is inderdaad zorgelijk. Dat betreur ik, ook omdat ik de inspanningen van lokale omroepen om de transitie naar streekomroep te maken ten zeerste waardeer. Ik acht het van belang te benadrukken dat op grond van de Mediawet gemeentes verantwoordelijk zijn voor de bekostiging van lokale publieke omroepen. De keuze voor de hoogte van het bedrag waarmee gemeenten de lokale (streek)omroep bekostigen is aan de desbetreffende gemeenten.

Niettemin is goede publieke informatievoorziening op lokaal- en regionaal niveau een zaak waar dit kabinet ook zelf aan wil werken. Daarom zorg ik ervoor dat de structureel beschikbare € 5 mln. voor onderzoeksjournalistiek in 2018 voor een belangrijk deel ten goede komt aan onderzoeksjournalistiek op regionaal en lokaal niveau. Verder stel ik jaarlijks geld beschikbaar voor de uitvoering van de activiteiten van de NLPO. In 2018 is dit ruim € 1.5 mln. En zoals gezegd ga ik samen met de minister van BZK in gesprek met de NLPO en de verantwoordelijke VNG-commissie. Tot slot biedt mijn voorstel voor een alternatieve bekostigingswijze voor de projecten van de RPO binnen de zogenoemde ‘frictiekostenregeling B’ ruimte om samenwerkingsprojecten tussen regionale en lokale publieke omroepen (onder coördinatie van de RPO) te bekostigen.

De leden van de D66-fractie vragen wat de inzet zal zijn van de minister in de gesprekken die hij gaat voeren met de streekomroepen.
Ik ga samen met de minister van BZK gesprekken voeren met onder andere de VNG, NLPO en streekomroepen. De gezamenlijke inzet bij deze gesprekken is de vorming van streekomroepen en het bespreken in hoeverre deze beweging versterkt kan worden. Ik verwijs hierbij ook naar de Kamerbrief van 5 juli jl. over de versterking van de lokale democratie van de minister van BZK.

Groenlinks
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de minister kan aangeven of hij mogelijkheden ziet om de vorming van streekomroepen met een breder draagvlak en meer armslag verder te stimuleren. Welke visie heeft de minister hierover, zo vragen deze leden.

Ik sta achter de beweging die door de NLPO is ingezet om door middel van fusies en samenwerkingsverbanden tot meer streekomroepen te komen. Professionalisering, schaalvergroting en samenwerking door streekomroepen dragen bij aan de financiële gezondheid van de sector en haar vermogen om de democratische controlefunctie op lokaal niveau uit te blijven oefenen. Ik geloof ook dat er nog grote kansen liggen in samenwerking tussen regionale en lokale publieke (streek)omroepen.

Goede publieke informatievoorziening op lokaal- en regionaal niveau is een zaak waar dit kabinet ook zelf aan werkt. Daarom zorg ik ervoor dat de structureel beschikbare € 5 mln. voor onderzoeksjournalistiek in 2018 voor een belangrijk deel ten goede komt aan onderzoeksjournalistiek op regionaal en lokaal niveau. Verder stel ik jaarlijks geld beschikbaar voor de uitvoering van de activiteiten van de NLPO. In 2018 is dit ruim € 1.5 mln. En zoals gezegd ga ik samen met de minister van BZK in gesprek met de NLPO en de verantwoordelijke VNG-commissie. Tot slot biedt mijn voorstel voor een alternatieve bekostigingswijze voor de projecten van de RPO binnen de zogenoemde ‘frictiekostenregeling B’ ruimte om samenwerkingsprojecten tussen regionale en lokale publieke omroepen (onder coördinatie van de RPO) te bekostigen.

Ik ga tevens samen met de minister van BZK in gesprek met de VNG, NLPO en streekomroepen. Onderwerp van gesprek hierbij is de vorming van streekomroepen en in hoeverre deze beweging versterkt kan worden. Ik verwijs hierbij ook naar de Kamerbrief van 5 juli jl. over de versterking van de lokale democratie van de minister van BZK.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de minister het met de leden eens is dat niet alleen moet worden gekeken naar hoeveel gemeenten voldoen aan het richtsnoerbedrag, maar ook hoe het is opgebouwd. Zij vragen of de minister bereid is om ook te kijken naar vaste voet in de bekostiging van de lokale omroepen, zodat ook in de kleinere (samenwerkende) gemeenten er professionele (streek)omroepen kunnen functioneren. en bij deze verkenning als uitgangspunt mee te nemen dat de lokale omroepen en streekomroepen een professionele organisatie kunnen runnen.
Ik ga samen met de minister van BZK in gesprek met onder andere de VNG, NLPO en streekomroepen. De wijze waarop invulling wordt gegeven aan het richtsnoerbedrag door gemeenten, de financiële gezondheid van de lokale publieke mediasector en de mogelijkheden om streekvorming en samenwerking te versterken zullen daarbij zeker aan bod komen. Ik kan niet vooruit lopen op de uitkomst van die gesprekken. Ik informeer uw Kamer vóór het Mediabegrotingsdebat dit jaar over de voortgang.

SP
Volgens de leden van de SP-fractie is de oneerlijke verdeling van verdiensten overigens soms ook gemeenten te verwijten, die wel het geld krijgen, maar ervoor kiezen niet het afgesproken percentage in media te investeren. Deze leden vragen om hoeveel gemeenten het nu gaat en wat de minister eraan gaat doen als hij na de zomer met de gemeenten in gesprek gaat, om die ervan te overtuigen wel de nodige investeringen te doen.

Op dit moment geldt een richtsnoerbedrag van € 1,14 per huishouden. Uit onderzoek van het Commissariaat blijkt dat 79% van de gemeenten voldoet aan het richtsnoerbedrag.

Ik ga samen met de minister van BZK in gesprek met onder andere de VNG, NLPO en streekomroepen. De wijze waarop invulling wordt gegeven aan het richtsnoerbedrag door gemeenten staat daarbij op de agenda. Ik kan niet vooruit te lopen op de uitkomst van die gesprekken. Ik informeer uw Kamer vóór het Mediabegrotingsdebat dit jaar over de voortgang.

ChristenUnie
De leden van de ChristenUnie-fractie zijn blij met de forse investering in de onderzoeksjournalistiek, die in het regeerakkoord is afgesproken en die nu door de minister is uitgewerkt en zijn verheugd dat de investering van €5 miljoen juist ook naar de versterking en innovatie van lokale en regionale media gaat. Zij waarderen het dat er stappen worden gezet om regionale content via de kanalen van de NPO uit te zenden, de zogenaamde vensterprogrammering en dat de minister een manier heeft gevonden om het budget hiervoor los te maken. Deze leden vragen of de minister bereid is dit geld spoedig beschikbaar te stellen zodat nog in januari 2019 kan worden gestart met de pilot en vinden het van belang om te benadrukken dat dit echt snel van de grond moet komen en vragen om een reactie van de minister op dit punt.

In mijn brief van 25 juni 2018 heb ik aangegeven dat ik voor 2019 een alternatieve manier heb gevonden om de voorgenoemde projecten van de RPO en de regionale publieke omroepen te bekostigen. Ik heb daarbij wel een voorbehoud moeten maken ten aanzien van de financiële ruimte die ik hiervoor in 2019 heb. Deze financiële ruimte is afhankelijk van de Ster-inkomsten volgend jaar. Ik verwacht niet dat hierdoor de pilot vensterprogrammering op losse schroeven komt te staan. Ik verwacht daar in september meer duidelijkheid over te kunnen geven, als er meer duidelijkheid is over de verwachte Ster-inkomsten. Het streven is om de pilot per 1 januari 2019 te kunnen starten.

De leden van de ChristenUnie-fractie zijn van mening dat ook de lokale omroepen een belangrijke rol vervullen in het medialandschap en in onze democratie en dat het van belang is dat zij kunnen beschikken over adequate financiering. Daarom is het goed dat er met de brancheorganisatie en met de VNG een richtsnoerbedrag is afgesproken voor het bedrag per huishouden waarmee gemeenten de lokale publieke omroep bekostigen. De leden waarderen het dat de minister hierover opnieuw in gesprek gaat, omdat op dit moment nog maar 79% van de gemeenten voldoet aan het richtsnoerbedrag. Zij roepen de minister op om te bezien hoe dit richtsnoerbedrag verplicht kan worden gesteld voor gemeenten en vragen de minister om een reactie op dit punt.
De wijze waarop invulling wordt gegeven aan het richtsnoerbedrag door gemeenten en in hoeverre dit aanpassing behoeft is onderwerp van de gesprekken die ik samen met de minister van BZK ga voeren met onder andere de VNG. Ik kan niet vooruit lopen op de uitkomst van die gesprekken. U ontvangt van mij vóór het Mediabegrotingsdebat per brief informatie over de voortgang van die gesprekken.

Het gehele verslag is HIER te lezen.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*