Naschrift bij Testament van de pers

Vanuit 1 miljoen krantenpagina’s en 13.000 knipsels pakte ik in Testament van de pers 40 jaar samen in welgeteld 1.000 fragmenten. De recente geschiedenis in een notedop, opgetekend vanuit het werk van 600 voornamelijk schrijvende collega’s.

Voor deze site in het hart van de omroepwereld tekende ik 30 stukjes op. Met als rode draad wat het is om ‘Spreekbuis’ te zijn. We vertrokken bij de vraag, of destijds zelfs overtuiging, dat veelvuldig televisiekijken tot ernstig hersenletsel leidt. Stonden stil bij de oprechte verbazing van een oud-premier over de hoeveelheid informatie die ongedoseerd van het scherm komt. En de vraag van weer een volgende premier waarom mensen een kleurentelevisie moeten hebben.

We zoomden in op de rol van camera’s in de Tweede Kamer en uit op gebeurtenissen zonder weerga in de Nederlandse verhoudingen, in onze cultuur van het vrije woord. Van technieken die hielden en die tot mislukking gedoemd waren. Van afgunst en rivaliteit onder vakgenoten tot kranten die zelf televisie worden. En van het recht van beledigen tot ronduit schijt aan de pers.

Beschaving
Veel sterker dan ik me van tevoren had gerealiseerd is de zoektocht over de rommelzolder van de geschiedenis en vervolgens dit boek één schreeuw om beschaving geworden. Want wat kunnen dingen gemakkelijk stuk – en kapot worden gemaakt. Relaties bijvoorbeeld. Gebouwen. Maar ook kunst en cultuur. Let op: als muziekinstrumenten zoals piano’s worden vernield en vertrapt, is de barbarij compleet.

In het Testament van de pers beschrijf ik journalistieke trends en benoem waarden àchter ons werk en vóór een leefbare samenleving. Terugkijkend zie je hoe zelfs geschoolde en ervaren journalisten er compleet naast kunnen zitten.

Cuba
Harry Lockefeer bijvoorbeeld, die later hoofdredacteur van de Volkskrant zou worden en nog later hoogleraar in de journalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen. Als sociaal-economisch redacteur en thuis in ontwikkelingssamenwerking kwam hij, alle distantie verloren hebbend, in maart 1977 helemaal lyrisch terug uit Cuba.

Hij is wég van achttien jaar Castro-bewind. Ik citeer: De rond tien miljoen Cubanen plukken dagelijks de vruchten van de revolutie. Cuba presteert geweldige dingen. Cuba heeft na de revolutie een basis gelegd die stellig in de toekomst zijn vruchten gaat afwerpen. De Sovjet-Unie kan Cuba als het enige communistische land op het Amerikaanse continent niet in de steek laten en dat gebeurt ook niet. De steun is enorm.

Als je in Havana vraagt aan de gids die de regering elke dag beschikbaar stelt, of het wel verstandig is veel bekwame jongeren te onttrekken aan de opbouw ter wille van de strijd in Angola, kijkt hij verbaasd. “Dat is voor ons geen punt. Het is een kwestie van solidariteit en dan tellen de lasten daarvan voor ons niet.”

Verder kijken
Andere collega’s schieten zo ongelooflijk raak. Omdat zij de harteklop van de tijd verstaan, maar op hetzelfde moment verder (terug en vooruit) weten te kijken. Bovenaan staat voor mij Leon de Winter over ‘Amerika’, amper drie dagen na de aanslag op de Twin Towers. Hij gaf (in: Trouw 14 september 2001) precies de kromheid van het bestaan en het denken weer.

Citaat: ‘Bin Ladens populariteit is niet gespeend van schizofrenie: hij wordt bewonderd omdat hij de ‘arrogante’ Amerikanen een lesje heeft geleerd, maar tegelijkertijd beweren zijn bewonderaars dat hij niets op zijn geweten heeft, aangezien de Amerikanen zelf of de Joden de Twin Towers hebben vernietigd. Het is een verscheurende manier van denken die uitstekend past in een schaamtecultuur, waarin ontkennings- en verdringingsmechanismen ertoe dienen de eenheid te bewaren en gezichtverlies te voorkomen.

De meeste Arabische jongeren zeggen Amerika te haten, en tegelijkertijd willen zij niets liever dan een bestaan in Amerika. De onmogelijkheid van emigratie versterkt de haat. De frustratie over een minimale kans om aan het avontuur van de westerse cultuur deel te nemen versterkt de afkeer van die cultuur: Amerika moet worden vernietigd omdat de beperkingen van de eigen cultuur de poorten naar de vrijheid gesloten houden. Aan de schaamte – de meest negatieve aandoening in een clancultuur – kan alleen een einde komen wanneer het contrast met het superieure wordt opgeheven.

Kwetsend werk
Of ik me bij het lezen van één miljoen krantenpagina’s ook echt verschrikkelijk heb geërgerd? Ja. Achteraf één keer, met plaatsvervangende schaamte teruglezend over het werk van collega’s bij de omroep. Ik laat morgen in een naschrift weten wat en hoe, wie en waarom.

1 Trackback / Pingback

  1. Blog Klaas Salverda: 'Hanneke, praat eens met Beatrix!'

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*