De NPO en het College van Omroepen (CvO) laten in een gezamenlijke verklaring weten zich te herkennen in de richting die de minister schetst voor de hervorming van het publieke bestel. Tegelijkertijd wijzen zij op de forse inspanning die een dergelijke herinrichting zal vergen van alle betrokken partijen. Daarbij wordt ook gewezen op de onzekerheid die de plannen met zich meebrengen voor medewerkers. Met name de aangekondigde veranderingen voor de NTR komen voor hen als een verrassing.
Samenwerken aan een toekomstbestendige publieke omroep
De noodzaak om de publieke omroep toekomstbestendig te maken wordt breed erkend. Door efficiënter samen te werken en kosten te besparen, willen de NPO en de omroepen ruimte blijven creëren voor investeringen in hoogwaardige programmering. Deze koers moet de publieke omroep in staat stellen beter in te spelen op het veranderende mediagebruik en de voortschrijdende digitale transitie.
Identiteit en veelzijdigheid blijven essentieel
De minister benadrukt het belang van kwaliteit, verbinding, betrouwbaarheid, onafhankelijkheid en impact – waarden die volgens de NPO en CvO alleen geborgd kunnen blijven als ook ruimte is voor verscheidenheid. “De eigen identiteit van de omroepen moet behouden blijven binnen de omroephuizen,” stellen zij. Een veelzijdige programmering is volgens hen cruciaal om een breed publiek te kunnen bedienen en herkenning te bieden aan diverse groepen in de samenleving.
Meer duidelijkheid over rollen en verantwoordelijkheden
NPO en CvO steunen het voornemen van de minister om meer helderheid te scheppen over de rollen en verantwoordelijkheden binnen het publieke bestel. Ook het voorstel om budgetten transparanter te verdelen over de omroephuizen wordt als positief ervaren. Duidelijkheid vooraf over beschikbare middelen vergroot volgens hen de onafhankelijkheid van de publieke omroep en draagt bij aan een sociaal veilige werkomgeving.
Tegelijkertijd maken de NPO en CvO zich grote zorgen over de aangekondigde bezuinigingen. Zij vrezen dat deze onvermijdelijk gevolgen zullen hebben voor de programmering – een punt dat de minister zelf ook erkent. “Wij willen keihard werken aan een sterke en onafhankelijke publieke omroep, maar dan hebben we wel voldoende middelen nodig,” benadrukken zij.
Geef als eerste een reactie