Deze week bood de Nederlandse Publieke Omroep haar beleidsplan 2016-2020 aan staatssecretaris Dekker aan. Een omstreden plan. Zo langzamerhand is er voor de gemiddelde Nederlander aan het gedoe rond de publieke omroep geen touw meer vast te knopen. Wat NPO bestuursvoorzitter Henk Hagoort allemaal zegt lijkt reëel en zelfs realistisch. Maar wij journalisten en programmamakers, werkzaam bij de omroepen, zien de voortschrijdende centralisatie van zeggenschap over wat eens een democratische publieke omroep was met steeds grotere zorg aan. De journalistieke onafhankelijkheid en de creatieve vrijheid komen steeds meer in het geding.
De NPO transformeert van een bestuursorganisatie naar een mediabedrijf. Dit gaat ten koste van de autonomie van de afzonderlijke omroepen. Staatssecretaris Dekker en de NPO vinden dat deze beweging noodzakelijk is om de omroepen goedkoper en doelmatiger te laten werken. Ze willen eigenlijk af van dit omroepbestel dat een uitvloeisel is van een inmiddels achterhaald verzuild systeem. Ze negeren daarbij het feit dat de omroepen allang veranderd zijn in moderne netwerkorganisaties sterk verbonden met hun eigen achterban. Veel omroepen hebben meer leden dan alle politieke partijen bij elkaar.
Dus hoezo geen bestaansrecht meer? Wees blij dat de publieke omroep in Nederland zo veelzijdig en zo goed verankerd is in de samenleving. Dus laat de omroepen mooie programma’s maken en laat de NPO de boel een beetje coördineren en zo goed en storingsvrij mogelijk uitzenden. De NPO zou dienstbaar moeten zijn aan de omroepen en niet andersom. Soms heb je het gevoel dat NPO bestuursvoorzitter Henk Hagoort het eens is met die opvatting. Zoals twee weken geleden op een debat avond van de NVJ (donderdagavond 28 mei) waar hij moest reageren op een stelling: De NPO IS PRIMAIR EEN BESTUURSORGAAN en moet zich dus zo min mogelijk met de inhoud van programma’s bezighouden. Eens of oneens? Hagoort: “MEE EENS”. Maar schijn bedriegt, Hagoort blijkt met twee monden te spreken. Dezelfde Hagoort betoogde deze week tijdens een interne NPO-personeelsbijeenkomst: “We veranderen van een bestuursorganisatie in een mediabedrijf.” En inderdaad, wij merken daar als makers bij de omroepen al heel veel van. De NPO bemoeit zich in de praktijk steeds brutaler tegen steeds meer zaken aan. Wat voor soort gasten er in programma’s moeten optreden, welke presentatoren er het beste kunnen worden ingezet en welke juist niet, wat voor soort muziek er het beste gebruikt kan worden. En bij de intekening bepalen zij welk programma wel gemaakt mag worden en welk programma niet. Sluipenderwijs eigent de NPO zich steeds meer zeggenschap toe en centralisatie is het toverwoord. Dat is vreemd, want de omroepen zijn wettelijk nog steeds de zendgemachtigden. Dus wat legitimeert deze autoritaire bestuursdrift eigenlijk?
Hagoort verpakt het in de buitenwereld vriendelijk en zo ongevaarlijk mogelijk maar intern communiceert hij zijn ware doelstelling onverbloemd. Maak de NPO zo dominant mogelijk dan zal de identiteit van de omroepen vanzelf verdampen. Dus plak overal een NPO-sticker op en pronk met andermans veren. Alsof de succesvolle programma’s door de beleidsmedewerkers van de NPO gemaakt worden. De twee monden waarmee Hagoort spreekt, maken hem steeds meer tot een ongeloofwaardig bestuurder, een wolf in schaapskleren. Aan alle kanten knabbelt de NPO aan de zeggenschap en identiteit van de afzonderlijke omroepen en holt daarmee de pluriformiteit van het publieke bestel uit. Alleen al bedrijfsmatig is dat heel onverstandig. De publieke omroep heeft nu sterke merken. Als je naar de VPRO kijkt weet je dat het 100% Andre Rieu vrij is, terwijl de liefhebbers van Volendamse volkszangers juist weten dat ze bij de AVROTROS moeten zijn. Bij de EO verwachten de ware christenen aan hun trekken te komen en de berijders van elektrische fietsen bij MAX.
Herkenbaarheid en branding van specifieke eigenschappen is overal in het bedrijfsleven juist een pre. Dus waarom zou je die sterke merknamen nu laten vervagen door alles NPO te noemen? Stel je voor dat Unilever dat zou doen, al die sterke merknamen als Calvé, Magnum, Becel, Zendium, Unox, weg ermee. Vanaf nu nog maar één dominant logo: Unilever. Zo’n domme fout maken ze daar echt niet. Met de activiteiten van de omroepen op internet wil de NPO nog een stapje verder gaan met de centralisatie. Daar zouden ze het liefst alle sterke producten in één NPO-potje proppen. Moet je voorstellen: pindakaas, tandpasta, wasmiddel en rookworst, alles bij elkaar. Dat wordt een ondefinieerbare smurrie. Terwijl die internet activiteiten voor sommige omroepen juist de kraamkamers zijn voor ideeën- en talentontwikkeling. Juist hier kweken we toekomstige generaties televisiemakers. De NPO probeerde de sleutel van de kraamkamer te bemachtigen. Op dit en negen andere punten hebben de omroepdirecteuren Hagoort nog een beetje kunnen terugfluiten maar de trend is gezet. Het houdt niet op, niet vanzelf.
Hagoort en de zijnen zijn bezig de structuur en organisatie van de publieke omroep te verrommelen. En al deze NPO bemoeizucht slurpt ook nog eens een slordige 110 miljoen van het budget van de publieke omroep op. Waarom willen ze zo nodig mediabedrijf spelen? De NPO is daar helemaal niet voor geëquipeerd. Er werken vooral veel jongens en meisjes die behendig zijn met spreadsheet en PowerPointpresentatie. Wees dan consequent en heb het lef om voor een echt krachtige nationale publieke omroep (BBC-model) te kiezen. Met een sterk journalistiek klimaat en een wettelijk redactiestatuut waarin de onafhankelijkheid duidelijk geregeld wordt. Maar nee, het gaat heel halfzacht en versluierend op z’n Hollands. Van alles een beetje en van tweeërlei geen. Bij de Nationale Politie, het Hoger Onderwijs en de Gezondheidszorg hebben we recent kunnen zien waar dogmatische centralisatie toe kan leiden. Bij de reorganisatie van de Publieke Omroep gaat het onherroepelijk ten koste van de journalistieke onafhankelijkheid, veelzijdigheid en de creatieve vrijheid. Dus leden van de Tweede Kamer let op uw tellen.
Je kunt de publieke omroep maar één keer naar de filistijnen helpen. Het zou een soort broedermoord zijn want wij, journalisten van de publieke omroep, bewaken net als u de democratie en controleren de macht. Bijvoorbeeld met programma’s als Argos, Zembla, Nieuwsuur en Oog in Oog. Het zijn ook niet de kijkcijfer fetisjisten van de NPO die, soms met gevaar voor eigen leven, afreizen om uw blik op de wereld te verruimen. Straks zitten we met een semi-staatsomroep NPO, geleid door twee door de minister benoemde bestuurders. Als een Chinese zakenman morgen zes dagbladen opkoopt schreeuwen we terecht moord en brand over het belang van vrije nieuwsgaring en de aantasting van de onafhankelijkheid van de journalistiek. Bij de publieke omroep is momenteel heel versluierd hetzelfde proces aan de gang maar niemand lijkt het door te hebben. De Chinezen heten hier dan ook Henk Hagoort en Sander Dekker.
Dit blog is geschreven door Hans Simonse (programmamaker en eindredacteur van diverse VPRO-programma’s. Op persoonlijke titel.)
Geef als eerste een reactie