NVJ stuurt brief naar commissie Van Rijn over misstanden bij omroep

De NVJ heeft woensdag een brief gestuurd naar Martin van Rijn, voorzitter van de onafhankelijke commissie die de misstanden en werkcultuur bij de NPO onderzoekt. In de brief bepleit de NVJ namens alle (journalistieke) makers in Hilversum vier concrete aandachtspunten voor het onderzoek van de commissie.

De misstanden op de werkvloer bij De Wereld Draait Door, The Voice of Holland en NOS Sport maken duidelijk dat de voorwaarden voor een veilige werkomgeving in de mediasector en in het bijzonder bij de omroepen niet goed geregeld zijn, stelt de NVJ in haar brief. ‘Het is in onze optiek van belang dat we deze wantoestanden bij The Voice, DWDD en NOS Sport niet als op zichzelf staande incidenten zien, maar dat er sprake is van een breder en structureler probleem dat om een integrale oplossing vraagt.’

Werkzekerheid eerste voorwaarde om misstanden te melden

Uit onderzoek bij een aantal omroepen blijkt dat 50 procent van de programmamakers een vorm van een flexibel contract heeft. Ze hebben een freelance contract, werken op basis van een tijdelijke arbeidsovereenkomst of worden te werk gesteld via een buitenproducent die voor de publieke omroep programma’s maakt. Zelfs bij structurele journalistieke programmering wordt vaak gewerkt met vier jaarcontracten, daarna komt pas een vast contract aan de orde.

Algemeen secretaris van de NVJ Thomas Bruning wees eerder in de talkshow van Jinek op de gevolgen hiervan. ‘Tijdelijke contracten en matige freelance tarieven zorgen voor afhankelijkheid van medewerkers die misstanden niet durven melden.’ De NVJ benadrukt in haar brief aan Van Rijn dan ook het belang van inkomens- en werkzekerheid. ‘Het is in onze optiek de eerste voorwaarde om weerbaar te zijn tegen welke vorm van misstand dan ook. Daarbij is ook de medezeggenschap en borging van onafhankelijkheid van de makers niet goed geregeld, zeker waar het de non-fictie programmering betreft.’

Vier aandachtspunten onderzoekscommissie

De NVJ bepleit vier concrete aandachtspunten in haar brief aan de onderzoekscommissie:

  1. Is er bij de NPO sprake van een buitenproportionele omvang van flexibele contracten, zoals tijdelijke contracten, zzp-contracten en inzet van buitenproducenten?
  2. Beschikken de redactieraden en ondernemingsraden over voldoende zeggenschap en ruimte om misstanden adequaat aan te pakken en verantwoordelijken ter verantwoording te roepen?
  3. Hebben de omroepen voldoende zicht op hoe werkenden die via buitenproducenten programma’s maken voor de omroepen, behandeld worden en hoe hun arbeidsvoorwaarden zijn geregeld?
  4. Heeft de wijze waarop het omroepbestel georganiseerd is (indirect) bijgedragen aan de misstanden bij DWDD?

Deze vier punten van zorg kunnen niet los van elkaar worden gezien. Een stevige arbeidsrechtelijke positie is volgens NVJ-secretaris Wais Shirbaz ‘immers een premisse om medezeggenschap of redactionele onafhankelijkheid, vastgelegd in een redactiestatuut, te kunnen waarmaken. We zullen de voortgang van het onderzoek naar de misstanden en werkcultuur bij de NPO nauwlettend volgen.’

1 Comment

  1. Van mij mag ook wangedrag bij de publieke regionale omroepen onder het vergrootglas worden gelegd. RPO heeft wat mij betreft ook geen schone handen.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*