Ongehoord Nederland: Geen directe lijntjes meer naar PVV en FvD

PVV en Forum voor Democratie, maar ook BBB hebben géén bevoorrechte positie meer bij Ongehoord Nederland. Woordvoerders van deze partijen zijn bij de omroep welkom als het nieuws daarvoor een logische aanleiding is, niet omdat er banden bestaan met deze organisaties. ON moet een onafhankelijke omroep zijn, zonder banden met de politiek. Dat zegt Bauke Geersing, sinds kort voorzitter van de Raad van Toezicht van deze omroep. Met dit aangescherpte beleid wil hij bij het publiek het vertrouwen terugwinnen dat door recente verwikkelingen rond de omroep is geschaad.

Er lopen volgens Bauke Geersing geen directe lijntjes meer tussen de omroep en de politieke partijen.Hij steekt er zijn handen voor in het vuur ‘voor zover ik het weet’. Dat geldt naar zijn zeggen ook voor voorzitter Harm Beertema die tot eind vorig jaar voor de PVV lid was van de Tweede Kamer en sinds het vertrek van Arnold Karskens fungeert als interim-voorzitter. Karskens werd ontslagen na beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag. De omroep blijft volgens Geersing ‘uiteraard trouw aan de uitgangspunten’ en zal aandacht blijven besteden aan thema’s die in zijn visie bij de publieke omroep te weinig of eenzijdige aandacht krijgen, zoals migratie en de klimaatproblematiek. Er wordt vooral ook in het NOS Journaal op een (te) alarmistische manier over het klimaat bericht door opiniemakers die hun standpunt al hebben ingenomen en niet openstaan voor de nuance, vindt Geersing. Die onderwerpen zullen bij ON volgens journalistieke principes worden benaderd waarbij de Journalistieke Code van de publieke omroep leidend is. ‘We gaan het debat aan in een open discussie. Het onbesprokene bespreekbaar maken. Dát is de taak van ON!’

Als controversiële onderwerpen in de programma’s worden behandeld dan zullen zowel voor- als tegenstanders aan het woord  komen, benadrukt hij. ‘Het is mogelijk dat van dit principe wordt afgeweken omdat sommige politici nog steeds uitnodigingen van ON weigeren , maar als ze in een uitzending ontbreken zal hun afwezigheid aan de kijkers worden uitgelegd’. Geersing zegt er vertrouwen in te hebben dat beeldbepalende ON-presentatoren als Tom de Nooijer en Raisa Blommestijn met deze uitgangspunten uit de voeten kunnen. Er zijn goede gesprekken gevoerd, zegt hij.

Uitzonderlijke situatie

Het is uitzonderlijk dat een voorzitter van de Raad van Toezicht zich actief bemoeit met het operationele beleid, maar dat zal tijdelijk zijn. De omroep is op zoek naar een hoofdredacteur die het journalistieke beleid in de praktijk verder vorm moet geven. Geersing kent als het om publieke omroep gaat het klappen van de zweep. Hij begon aanvankelijk als beroepsofficier na een militaire opleiding aan de Koninklijke Militaire Academie in Breda en was daarna tien jaar hoofdmedewerker aan de juridische faculteit van de Rijksuniversiteit Groningen. Vanaf 1982 vervulde hij de functie van juridisch adviseur voor de NOS en in 1991 werd hij daar directeur Gemeenschappelijke Diensten. Namens de NOS was hij lid van de Raad voor de Journalistiek. De afgelopen jaren mengde hij zich actief in discussies over de publieke omroep en maatschappelijke thema’s, waarin hij een stevige oppositionele rol vervult.

Bauke Geersing is kritisch op het functioneren van de media, die in zijn visie te veel meningen-journalistiek bedrijven. In de programma’s van Ongehoord Nederland was hij de afgelopen maanden regelmatig te zien.

Hij heeft een hekel aan woke en is een fan van klassieke journalistieke principes, dus een scherpe scheiding van feiten en meningen. Mengt hij zich in discussies over maatschappelijke thema’s, dan wil hij er eerst een stuk of wat boeken over gelezen hebben. Hij moet er door zijn omgeving geregeld aan herinnerd worden dat het leven bestaat uit meer dan studeren alleen. Tijdens dit interview luistert zijn echtgenote, journaliste, op afstand mee en let op de namen die in het gesprek vallen en dat er met respect over afwezigen wordt gesproken. Het is een onnodige aanmoediging want er valt geen onvertogen woord. Bij ON moeten jonge journalisten de gelegenheid krijgen zich te ontwikkelen, zonder dat er iemand in hun nek staat te hijgen, vindt hij. ‘Fouten maken mág, maar jezelf ontwikkelen moét’.

Geen coup

Dat hij nu zijn schouders zet onder de enigszins beschadigde omroep ziet hij als het nemen van verantwoordelijkheid naar de samenleving. Dat de bestuurswisseling bij ON een coup zou zijn van Forum voor Democratie houdt hij verre van zich. ‘Ik stem geen Forum voor Democratie en dat zal ik nooit doen’, zegt hij. Hij stond erop dat een optreden van FvD-voorman Thierry Baudet in de eerste uitzending van het seizoen niet doorging, omdat het geen journalistieke relevantie had. Later zat Thierry wél in de uitzending, maar dat paste in een journalistieke context. ON is er niet voor politici, benadrukt hij maar voor miljoenen Nederlanders die zich niet gehoord voelen.

Bauke Geersing

“Arnold is geen diplomaat, hij hield zich bezig met micromanagement, bemoeide zich met van alles.”

Hoe trof hij bij zijn aantreden ON aan?

Daarvan is hij geschrokken, zegt hij. Hij vond het bewijs dat de continuïteit van een bedrijf nu eenmaal een ander soort leiderschap vergt dan de oprichtingsfase.  ‘De oprichters ontdekten een gat in de journalistieke markt van de publieke omroep. Dat was heel goed bedacht. Dan richt je een organisatie op, je maakt voortreffelijke doelstellingen en op een gegeven moment moet je als oprichter inzien: waar liggen mijn capaciteiten. Voorzitter Arnold Karskens is een uitstekend oorlogsverslaggever geweest en hij heeft als eenpitter daarin veel risico’s genomen. Dat is dus waar je hem in kunt bewonderen. Maar in een organisatie moet je een stimulerende kracht zijn en niet denken -net als in een oorlogssituatie- in mede- en tegenstanders. Het zijn collega’s! Dat is heel wat anders en daar is het misgelopen. Arnold is geen diplomaat, hij hield zich bezig met micromanagement, bemoeide zich met van alles. Dan kun je er vergif op innemen dat je de ontwikkeling van zo’n kleine organisatie blokkeert’.

Karskens kwam bij de publieke omroep in een soort oorlogssituatie terecht.  De basishouding was: we moeten dit Fremdkörper uit de publieke omroep wegwerken! Is dat niet een verzachtende omstandigheid?

‘Hij werd niet vriendelijk ontvangen. Dat klopt. Er was geen bereidheid om ON verder te helpen, wat wel de taak is van de NPO. Je kunt nieuwe toetreders tot het bestel ook zien als een verrijking. Karskens kwam binnen in een setting met weinig verdraagzaamheid, een opkomende wokecultuur die weinig ruimte verschafte voor andere opvattingen. Arnold kreeg het idee; nu moet ik gaan knokken. Dan wordt het fors en dan weet je hoe het werkt binnen het bestel! Hij werd beticht van het overschrijden van de journalistieke code, maar daar was geen sprake van. De code heeft vrij ruime formuleringen of iets een feit is of een mening. De Ombudsman verloor haar afstand naar het onderwerp en toetste dit aan haar eigen mening. ON werd beschuldigd van gebrek aan bereidheid om samen te werken. Maar wat daarover in de mediawet staat slaat helemaal niet op programma’s, maar op hoe je functioneert in het bestel. Pittige inhoudelijke discussies horen juist bij dit bestel, vindt ook de wetgever. Dat de NPO de omroep op deze gronden uit het bestel wilde werken was juridisch volkomen onjuist. Ik heb respect voor staatssecretaris Uslu dat ze een evenwichtige afweging heeft gemaakt en niet in die redenering is meegegaan. Dat getuigt van karakter en wijsheid, terwijl in de coalitie de druk bestond: ‘donder ze er uit’.

Arnold Karskens maakte melding van antisemitisme binnen ON. Heb je daar iets van gemerkt?

‘Nee. Er was een klein voorbeeld van een jonge jongen die dacht grappig te kunnen zijn. Hij is daar op aangesproken. Hij kon kiezen: excuses aanbieden en een verklaring ondertekenen dat het een mislukte grap was of vertrekken. Hij heeft excuses aangeboden. Wie deze rode lijn overschrijdt gaat er onmiddellijk uit.

Er waait een andere wind

Intussen waait er ook bij de publieke omroep ten aanzien van ON een andere wind. De strijdbijl lijkt begraven en voorzitter Frederieke Leeflang gaf onlangs in een interview met Spreekbuis toe dat de publieke omroep de komst van ON aan zichzelf kan toerekenen. De nieuwe omroep geeft stem aan de ruim dertig procent van het electoraat ter rechterzijde van het politieke midden. De toetreding van deze omroep heeft duidelijk gemaakt dat het bestel daar steken heeft laten vallen, zei ze. ‘Niet alleen de omroepen maar ook de NPO als coördinerend orgaan’. Geersing: ‘Het is in haar te prijzen dat ze toegeeft dat de publieke omroep niet goed functioneerde. Toen ik dat las, dacht ik: Frederieke, dat hóef je niet te zeggen, maar je zegt het wel. Chapeau! Dat vond ik klasse’.

Bauke Geersing

Ook Sven Kockelmann die zo goed was in het stellen van kritische vragen lijkt zich aan te passen door liever amusement te plegen dan goede journalistiek te bedrijven”

De afgelopen weken heeft hij met de redactie gesproken. Er is een ‘zekere intelligentie en bereidheid’ om te zien dat er in de berichtgeving een balans moet zitten. ‘Dat je geen activistische club meer bent en dat je niet voor één partij bezig bent, maar dat je daar zit om de doelstellingen van de eigen organisatie te realiseren’. Zijn interventie is niet directief, want hij kent zijn plek als toezichthouder, hij ziet het als kennismakingsgesprek. Hij kreeg de indruk dat werd gedacht ‘dat onafhankelijke journalistiek, onafhankelijk is van alles en iedereen en dat je kunt roepen wat je wilt’.

‘Maar dat is een groot misverstand. Onafhankelijke journalistiek is journalistiek die zich afhankelijk wil maken van een aantal belangrijke principes. Die staan omschreven in onze eigen doelstellingen. Ik merk dat de kwaliteit en de bereidheid er is om dat te ontwikkelen, maar dan moet de sfeer goed zijn en die was niet goed. Er heerste een dragonder cultuur. Je kreeg op je donder. We kunnen nu eindelijk aan onze doelstellingen gaan werken. Het is niet misselijk wat er staat hoor…’. Nu de problemen ‘in de oplossingsstand zijn gezet’ is het aan de directie om het beleid verder vorm te geven.

Omroepen zijn hun onafhankelijkheid kwijt

Hij is kritisch naar de publieke omroep in zijn geheel. ‘Ik ben groot geworden binnen een publieke omroep die openstond voor alle standpunten en die zowel aan links als rechts kritische vragen stelde. Wat ik nu aantref is eenzijdige journalistiek. Er is een overaanbod van bepaalde politieke richtingen en de ombudsman heeft de neiging om onevenwichtigheden in het NOS Journaal te verdedigen’. Hij schrijft het toe aan de journalistieke opleidingen. ‘Jonge journalisten worden opgeleid op scholen die activistische journalistiek doceren. Ze vinden dat journalisten er ook zijn om de wereld te verbeteren. Zo is de overtuiging ontstaan dat als je een boodschap vaak herhaalt dat hij dan klopt’. Hij ziet een glijdende schaal. ‘Ook Sven Kockelmann die zo goed was in het stellen van kritische vragen lijkt zich aan te passen door liever amusement te plegen dan goede journalistiek te bedrijven’.

Een klein aantal managers binnen de publieke omroep bepaalt, zo heeft hij vastgesteld, wat kijkers te zien krijgen.  ‘Dat betekent dus dat vernieuwing zoals wij die voorstaan, afhankelijk is van een kleine club van besluitvormers. Maatschappelijke controle daarop ontbreekt. Dat is niet de publieke omroep zoals die hoort te functioneren. Ik ben voor een brede pluriforme omroep en die is nu bezig aan de eigen geloofwaardigheid te zagen’.

TON VERLIND

1 Comment

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*