Mediatechnologiebedrijf NEP is zwaar getroffen door de coronacrisis. Maar dankzij de flexibiliteit van medewerkers, het aanboren van nieuwe markten en steun van zowel het rijk als de gemeente Hilversum begint het bedrijf langzaam uit het dal te komen. Managing Director Ralf van Vegten ziet de markt weer aantrekken en is voorzichtig optimistisch over de toekomst.
‘Zodra we de persconferentie van de minister-president zagen waarin hij de lockdown aankondigde, hebben we ons in drie groepen gesplitst’, vertelt Van Vegten. ‘Een groep bestond uit iedereen die niet bij de primaire uitzendprocessen is betrokken, zoals ik zelf. Wij gingen thuis werken. De mensen met essentiële taken hebben we in twee groepen gedeeld. Als in een van de teams iemand besmet zou raken, zou de andere groep nog kunnen werken. Zo hebben we de primaire processen gewaarborgd en steeds kunnen uitvoeren.’
NEP, gevestigd op het Media Park in Hilversum, zag een groot deel van het werk ineens wegvallen. Het bedrijf richt zich traditioneel op de broadcast industrie en op evenementen. Van Vegten: ‘Nu er door de maatregelen om verspreiding van het virus veel is afgelast, heeft het wereldwijde concern waarvan wij deel uitmaken tientallen miljoenen euro’s verloren. Wij in Nederland doen het naar verhouding nog goed, maar de crisis kost ons ook miljoenen. Dat heeft grote gevolgen gehad voor de medewerkers, we hebben 50 procent op onze personeelskosten moeten besparen. Dat is bereikt door afscheid te nemen van de freelancers, door de contracten te stoppen van 50 mensen die nog in hun proeftijd zaten, en dankzij financiële steun van de overheid. Tegen de mensen die we moesten laten gaan, hebben we gezegd dat we ze weer zouden aannemen zodra dat mogelijk is, en inmiddels is dat met een tiental medewerkers ook gebeurd. Maar de klap voor het personeel, helemaal voor de freelancers, is echt heel groot.’
Dat NEP nu uit het dal begint te komen, heeft volgens Van Vegten een aantal oorzaken. ‘Om te beginnen de flexibiliteit en veerkracht van onze mensen en organisatie. We hebben allerlei oplossingen bedacht, waardoor we konden blijven werken. Kleine producties in een grote studio doen, zodat er voldoende ruimte is, en in plaats van één regiewagen twee sturen die je kunt koppelen, of vrachtwagens meesturen zodat je genoeg afstand tussen werkplekken hebt. We hangen gasten in programma’s geen zender meer om, maar geven ze een tafelmicrofoon, die we gelukkig nog in het magazijn hadden liggen. In de studio’s is éénrichtingsverkeer gerealiseerd, de catering werkt anders, kortom we hebben onze werkprocessen opnieuw uitgevonden en in korte tijd heel veel werk verzet.’
Nieuwe markt
‘Verder hebben we stappen gezet op een markt die voor ons nieuw is: het bedrijfsleven. We zijn grote bedrijven en organisaties, zoals banken, verzekeraars en technologiebedrijf ASML gaan helpen om hun doelgroepen te blijven bereiken. In samenwerking met Media Monks in Hilversum hebben we daarvoor een online platform opgezet: een online alternatief voor grote fysieke bijeenkomsten. Media Monks heeft het platform gebouwd, wij ondersteunen onder meer sprekers, video, het stellen van vragen en de beeldregistratie. Daarnaast zagen we de vraag naar content op grote videoplatforms zoals die van de NPO, Netflix, Videoland en Disney+ ontploffen. Mensen zaten thuis en wilden kijken. Het werk dat wij voor die platforms doen om ervoor te zorgen dat de content aan bepaalde standaarden voldoet, is verdubbeld.’
‘We hebben veel steun gekregen van de rijksoverheid en zeker ook van de gemeente Hilversum. De mediasector is heel belangrijk voor Hilversum. Dat beseft en zegt de gemeente niet alleen, maar maakt ze ook waar. Er is bijna dagelijks overleg geweest en de gemeente heeft bijvoorbeeld geholpen om snel vergunningen te kunnen krijgen, onder meer om The Passion hier op het Media Park te kunnen organiseren. Daar zijn we dankbaar voor.’
‘Inmiddels zie ik de markt weer wat aantrekken’, constateert Van Vegten. ‘Toen de coronamaatregelen net werden afgekondigd was er een overreacties en zijn sommige producties onnodig afgezegd. Begin mei zijn die weer opgestart en ik verwacht dat de markt in augustus, september verder verbetert. Voor ons is dit in financieel opzicht een verloren jaar. Maar op andere terreinen hebben we veel gerealiseerd. Thuis werken, flexibele werkplekken waren ineens geen probleem meer. Dat houden we erin, en we gaan het bedrijf gereed maken voor 2021. Strategische programma’s voor de organisatie, zoals onze inzet voor diversiteit en vergroening, gaan gewoon door. Die zijn te belangrijk voor NEP en onze medewerkers om te stoppen.’
Geef als eerste een reactie