Hij weet het nog precies. Het gebeurde hier aan een tafeltje in de Jonge Haan in Hilversum. Halverwege de jaren tachtig. Jef Rademakers had een idee voor een tv-programma en wilde dat hij het zou gaan presenteren. Of ze eens af konden spreken in het bij omroepmedewerkers populaire etablissement aan de ’s-Gravelandseweg.
,,Ik had niet veel om handen. Laat maar horen, dacht ik. Zijn idee bestond uit één zin. Je neemt een bekende Nederlander en gaat met hem of haar terug naar een schoolklas van vroeger. Ik vond het wel wat. Van de Vara mocht ik vijf afleveringen maken. Met Monique van de Ven, Wim Kok, André van Duin, Maarten ’t Hart en de vijfde was geloof ik Rijk de Gooyer. Uitendelijk heb ik zo’n tweehonderd Klasgenoten gemaakt.” Koos Postema (83) lacht smakelijk.
Ruim dertig jaar later zit hij opnieuw aan het tafeltje in de Jonge Haan. Dit keer tegenover Peter Schavemaker, schrijver, journalist en mediaspecialist. Hij heeft oud-omroepman Koos Postema zojuist een paar uur het hemd van het lijf gevraagd over zijn herinneringen aan Hilversum. Schavemaker werkt aan het boek ’100 jaar Mediastad Hilversum’.
Joop van Zijl
In 2018 is het honderd jaar geleden dat de Nederlandse Seintoestellen Fabriek (NSF) op papier in Amsterdam opgericht werd en fysiek een pandje aan de Groest in Hilversum betrok. Het was het begin van de ontwikkeling van Hilversum tot de mediastad van Nederland. Het boek verschijnt volgend jaar bij uitgeverij Conserve. ,,Ik zit nu in de research- en interviewfase. Via gesprekken met omroepmensen als Joop van Zijl en Koos Postema schets ik een beeld van Hilversum als mediastad. Van de start honderd jaar geleden van de radio tot de innovatieve media van nu.”
Het boek is niet alleen bedoeld voor omroepmensen. Maar juist ook voor Hilversummers die nooit bij de omroep gewerkt hebben maar natuurlijk wel altijd geconfronteerd zijn met de omroep dicht in de buurt”, vertelt Schavemaker. Hij groeide zelf op in Hilversum. ,,Mijn oom, Jan Huisman, die was kelner in de kantine van de Vara.”
Koos Postema herinnert zich de oom van Schavemaker uit zijn Vara-tijd. ,,Een aparte man was dat.” De chauffeur van Postema meldt zich in de Jonge Haan. De omroep coryfee zit net lekker op de praatstoel. Een witte wijn op tafel. Of de chauffeur later terug wil komen.
Postema heeft warme herinneringen aan Hilversum. ,,In 1960 ben ik hier komen wonen. Eerst op kamers in de Zonnelaan. Met vrouw en dochtertje. Ik was onderwijzer in Rotterdam maar wilde bij de omroep. Ik deed een stemmentest en kon op proef bij de Vara aan de slag. Toen ik een vast dienstverband kreeg vroeg een mevrouw van de Stichting Omroep Woningbouw waar ik wilde wonen. Zeg het maar. Hilversum noord? Of liever in zuid? Ik wist niet wat ons overkwam. Overal was ernstige woningnood. In Rotterdam woonden we in een soort woonwagen. Via mijn schoonvader geregeld.”
Bonnikestraat
,,Hier in Hilversum had de omroep eigen woningcomplexen waar medewerkers ondergebracht werden. Zo kwamen wij in 1960 in een flat in de Bonnikestraat wonen. Twee hoog. Met uitzicht op de spoorlijn en de hei. Het Mediapark was er nog niet. Beneden woonde iemand van de administratie en daaronder weer een redacteur van de radio nieuwsdienst. Regisseur Bram van Erkel woonde er ook. Mies Bouwman had weer een woning op de Admiraal de Ruyterlaan. Toen de eerste salarisverhogingen kwamen zag je de gasfornuizen naar boven gaan. Er kwamen auto’s voor de deur”, vertelt Postema. Contact met ’gewone’ Hilversummers was er weinig, realiseert de oud-presentator zich. Die zag je wel in de winkels, maar in onze vrije tijd gingen we ook met omroepmedewerkers om. Je kon sporten via OSO. Ik heb nog met Fred Emmer gevoetbald.”
Postema ziet in 1962 vanuit zijn flatwoning hoe het Mediapark gebouwd wordt. Hij blijft er tot 1972 wonen. Zijn tweede dochter wordt er geboren. Dan verhuist het gezin naar Hoogland. ,,Mijn vrouw wilde een huis met een tuin. In Hilversum konden we dat niet betalen.” De laatste 18 jaar woont Koos Postema in Soest.
In 2012 als Koos Postema 80 jaar is krijgt hij in Hilversum zijn eigen straat. De Koos Postemalaan op het Mediapark. Postema lacht. ,,En weet je wat leuk is. John de Mol kijkt vanuit zijn kantoor de hele dag op mij uit.” De omroepman ziet hoe de gemeente met burgemeester Pieter Broertjes voorop zijn best doet om de omroepen binnen Hilversum te houden. Hij heeft er grote waardering voor. ,,Het is moeilijk. Jongens als Humberto Tan en Jeroen Pauw krijg je echt niet meer uit Amsterdam weg. Gasten van De Wereld Draait Door komen niet voor tien minuten naar Hilversum.”
Spil Games
Peter Schavemaker ziet het niet somber in. Volgens de auteur van het boek staat Hilversum als Mediastad nog als een huis. ,,Er werken hier 12.000 mensen in de mediasector. Dat getal is de afgelopen twintig jaar constant. Wel zie je het aandeel van de traditionele mediabedrijven afnemen maar daar komen nieuwe innovatieve mediabedrijven bij. Een bedrijf als Spil Games.”
Postema heeft weinig gevoel bij de online wereld. ,,Ik doe er niet aan mij. Heb ook geen mobiele telefoon. Als mijn vrouw me nodig heeft belt ze hier naar de bar en dan weten ze me te vinden.”
Geef als eerste een reactie