Het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor zijn van grote toegevoegde waarde voor het Nederlandse muzieklandschap als geheel en de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) in het bijzonder. Maar het potentieel ervan kan beter benut. Om de kansen voor levende muziek op de publieke omroep te grijpen en een diverser publiek te bereiken zijn nieuwe samenwerkingsafspraken nodig. Ook moet er weer een eigen artistiek leider worden aangesteld.
Dat staat in een advies dat de Raad voor Cultuur eerder vandaag stuurde aan staatssecretaris Uslu voor Cultuur en Media. Zij had de raad in november 2022 gevraagd te reflecteren op het meerjarenbeleidsplan 2022-2026 van Stichting Omroep Muziek (SOM), waar de omroepensembles onder vallen.
De raad oordeelt positief over de artistieke kwaliteit van de omroepensembles en over de innovatieve wind die er woei tijdens de coronapandemie. Beide ensembles floreren in de drie omroepseries die door de samenwerkende omroepen worden geprogrammeerd: het AVROTROS Vrijdagconcert in TivoliVredenburg en de NTR ZaterdagMatinee en het AVROTROS Zondagochtend Concert in Het Concertgebouw.
De raad ziet met de huidige ontwikkelingen in het medialandschap veel kansen voor een gevarieerder en innovatiever inzet van de omroepensembles. De raad noemt onder andere de focus op cultuur en met name klassieke muziek in het beleid van de NTR en AVROTROS en het vernieuwde platform NPO Klassiek (tot voor kort NPO Radio 4). Om het potentieel beter te benutten zijn het ontwikkelen van nieuwe formats, muziekinnovatie en het aanspreken van een diverser en inclusiever publiek noodzakelijk. Hierin kan een gespecialiseerd muziekbedrijf als de SOM van grote toegevoegde waarde zijn.
Daarvoor zijn wel nieuwe afspraken nodig over de samenwerking en de verdeling van verantwoordelijkheden tussen de SOM en de belangrijkste partners: de NPO, NTR, AVROTROS en NPO Klassiek, vindt de raad. Hij vindt dat de SOM op dit moment te ondergeschikt is gemaakt aan de omroepen, wat niet past bij haar zelfstandige positie binnen het omroepbestel.
De raad kan zich voorstellen dat de SOM gebaat is bij (weer) een eigen artistiek leider met een stevig artistiek en verbindend profiel. Deze kan optreden als gesprekspartner met de omroepen over de rol van klassieke muziek op radio, televisie en online. Ook kan hij of zij deelnemen aan het genreoverleg Cultuur van de NPO. De raad ziet een coördinerende rol voor zich voor de NPO om de betrokken partijen opnieuw met elkaar rond de tafel te brengen.
De raad stelt ten slotte voor de SOM en haar ensembles te laten monitoren of evalueren door een onafhankelijke partij, zoals de Raad voor Cultuur of een visitatiecommissie.
Geef als eerste een reactie