Raad van State waarschuwt voor risico’s bij wijziging Mediawet: publieke omroep wordt afhankelijker van reclame

De regering wil vanaf 2025 fors bezuinigen op de publieke omroep door de minimale rijksmediabijdrage wettelijk te verlagen van ruim 1,06 miljard euro naar 1,04 miljard euro. De besparing van 24,3 miljoen euro maakt deel uit van een bredere rijksbrede bezuinigingsopgave. Tegelijkertijd blijft het huidige niveau van reclame-inkomsten op de publieke zenders gehandhaafd, waardoor het eerdere streven naar een reclamevrije publieke omroep wordt losgelaten.

De Raad van State uit stevige kritiek op dit voornemen. Volgens het hoogste adviesorgaan leidt deze combinatie tot een verschuiving in de financiering van de publieke omroep, die steeds afhankelijker wordt van wisselende en minder stabiele reclame-inkomsten. De Raad stelt dat de toelichting bij het wetsvoorstel onvoldoende ingaat op de mogelijke gevolgen van deze ontwikkeling voor de onafhankelijkheid en stabiliteit van de publieke media.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap erkent deze zorgen en heeft toegezegd om de toelichting op het wetsvoorstel aan te passen. Daarin wordt benadrukt dat het reclamepercentage weliswaar niet stijgt, maar dat de rol van reclame-inkomsten groter wordt. Dit zou volgens de minister niet mogen leiden tot commerciële programmering, omdat de Ster – en niet de NPO zelf – verantwoordelijk blijft voor de verkoop van reclamezendtijd.

In de zomer van 2025 komt de minister bovendien met een breder hervormingsvoorstel voor de publieke omroep, inclusief een impactanalyse van de gevolgen voor zowel de publieke als de commerciële mediasector.