De Raad voor Cultuur vindt het goed nieuws dat de Tweede Kamer eerder deze week staatssecretaris Uslu voor Cultuur en Media in een motie heeft verzocht om de toekomst van het omroepbestel breder te onderzoeken. Dit gebeurde in reactie op de instelling van een onafhankelijk adviescollege dat gevraagd is om criteria voor toe- en uittreding van omroepen te bedenken.
Voorzitter Kristel Baele: “Deze discussie zit al een aantal jaar vast, maar nu we zien dan toch het begin van een beweging naar een meer toekomstbestendig omroepbestel. Dat is goed nieuws, omdat de publieke omroep voor een belangrijke waarde in onze samenleving staat.”
De raad heeft in de afgelopen jaren meermaals zijn zorgen geuit over de houdbaarheid van het publieke omroepbestel. “De huidige regels maken namelijk dat er steeds omroepen bij kunnen komen, terwijl er zelden een uit het bestel verdwijnt. De beheers- en bestuurbaarheid van het bestel komt hierdoor in het geding”, schreef de raad nog in april van dit jaar.
Toen concludeerde de raad al dat al het denkwerk, adviezen en rapporten over dit onderwerp overziend, de conclusie onder ogen moet worden gezien dat geschikte criteria eenvoudigweg niet vindbaar zijn. Om het bestel op termijn houdbaar en beheersbaar te maken pleit de raad voor andere maatregelen.
Gezien de oplage van televisiegidsen, kan je stellen dat ledenomroepen iets van de vorige eeuw zijn. In de huidige vorm is er weinig toekomst voor dit bestel.