De overname van Fox door Disney is een volgende stap in het ontstaan van grootmachten in het medialandschap. Amazon, Netflix, Disney, Facebook en Youtube bepalen met hun platformen steeds meer het kijkgedrag van de consument. John de Mol riep onlangs dat de Nederlandse partijen elkaar minder moeten beconcurreren, maar de Nederlandse markt als één moeten zien. Op het gebied van content moet volgens hem de Nederlandse media-industrie meer gaan concurreren tegen Facebook en Google en niet meer “de Hollandse kaas van ons brood laten eten”. Omroepplatform Spreekbuis.nl vroeg aan diverse mediaspecialisten of Nederlandse mediapartijen meer moeten samenwerken om één vuist te maken tegen de internationale techreuzen en mediagiganten.
Volgens mediadeskundige Marcel Blijlevens (Videodock) is het grote spel tussen de videogrootmachten nog volop gaande. Buiten de grote jongens zoals Netflix en Amazon is er ook nog ruimte voor een lokale aanbieder, maar ook voor videoplatformen in de niche, bijvoorbeeld bepaalde sporten. Kijkers zullen volgens hem komende jaren steeds meer audiovisuele content via online platformen consumeren. ‘Mensen zijn in toenemende mate bereid om hiervoor te betalen. Ik verwacht dat de gemiddelde consument straks met gemak op 3 a 4 videoplatformen een abonnement zal nemen.’
Ruud de Langen (CEO van mediabureau Mindshare) ziet dat internationale partijen steeds meer reclamebudgetten naar zich toe trekken. De Nederlandse mediabedrijven moeten volgens hem zich bundelen, waardoor zij gezamenlijk meer bereik hebben.
De Langen: ‘De Nederlands partijen moeten zeker meer gaan samenwerken. Partijen als Facebook en Google halen nu samen 1,3 miljard van de online bestedingen binnen. Dat is 65% van het totaal. Dat realiseren ze via hun enorme bereik. Ze bezitten samen acht plekken in de top-10 bereik en hebben toegevoegde waarde in data. Alleen al Facebook heeft 9,5 miljoen profielen tot hun bezit. De Nederlandse lokale partijen missen én het grote digitale bereik én de data. Als ze elkaar beconcurreren om de kruimels die de Amerikaanse partijen overlaten, gaan ze kapot. Daarom is verdere consolidatie in het Nederlandse landschap nodig. Het zou bijvoorbeeld helpen als lokale mediapartijen samenwerken in een login-systeem. De vrees bestaat dat we over een aantal jaren stilstaan bij het overlijden van de laatste lokale mediapartij’.
Evert Bronkhorst (Strategy director en mediaspecialist bij mediabureau Vizeum) is resoluut in zijn mening; ‘Ja, ik denk zeker dat het zinvol is dat Nederlandse partijen meer openstaan voor onderlinge samenwerking. Met name wat betreft distributie van content. Het is niet zo dat er helemaal niets gebeurt. Kijk naar een initiatief als NLZIET dat recent verder uitgebreid is. Volgens hem is het opvallend dat er tot op heden zo weinig aandacht aan dit gezamenlijke platform gegeven is en de verschillende spelers nog steeds vooral hun eigen platformen promoten. Volgens hem is het NLZIET-platform niet alleen een goed initiatief tegen de buitenlandse mediagiganten, maar ook vooral een antwoord op de macht van kabelaars Ziggo en KPN. Op gebied van content denkt Bronkhorst wel dat de Nederlandse zenders beperkingen hebben: ‘Je moet ook reëel zijn, je zal nooit de productiebudgetten hebben die andere spelers hebben door je kleine taalgebied’.
Woordvoerder Thomas Notermans geeft namens Talpa aan dat er vooral kansen zijn voor commerciële samenwerking op gebied van reclame tussen de commerciële partijen. ‘De Mol realiseert zich dat de publieke omroep aan wettelijke beperkingen gebonden is en hoort te zijn’, aldus Notermans.
Maarten Hafkamp (Mediajournalist Adformatie) denkt ook dat samenwerking noodzakelijk is, maar dat Nederlandse partijen wel haast moeten maken. ‘Samenwerken is de enige weg voor Nederlandse partijen om een blok te vormen tegen de grote Amerikaanse tech- en mediabedrijven. Ze zullen er aan moeten wennen dat het minder met elkaar concurreren en meer samenwerken moet gaan worden. Ook met NPO. De vraag is of het niet te laat is. Facebook en Google hebben al een mijlenverre voorsprong in techniek en datakennis. Wel kunnen Nederlandse mediabedrijven, zoals De Mol zei, één reclamemarkt gaan vormen als derde of vierde machtsblok. Adverteerders willen bij kwalitatieve content staan en die is op lokaal niveau ook voldoende aanwezig.’, aldus Hafkamp.
Niels Baas (CEO van het platform NLZIET) geeft aan dat SBS, RTL en NPO de eerste stappen op het gebied van samenwerking al hebben genomen door de start van een gezamenlijk NLZIET-abonnement. Volgens hem is door de grote en snelle veranderingen in het medialandschap een intensievere samenwerking noodzakelijk. Baas: ‘Een sterk collectief is direct het allerbeste antwoord op de toenemende druk op de kijktijd naar de Nederlandse tv- en advertentiemarkt door buitenlandse platformen. Nederlandse TV-zenders dienen over hun eigen schaduw heen te stappen in een tijd waar internationale grootmachten het steeds meer voor het zeggen krijgen. Ondanks de samenwerking in NLZIET blijven de zenders zich nu vooral nog blindstaren op hun eigen online platform. Door deze versnippering is er nog geen sterk Nederlands alternatief als blok tegen de grote internationale reuzen. Begraaf de strijdbijl uit de oude tv-wereld! Samen hebben ze nu een unieke kans om de kijker centraal te stellen en een onmisbaar online Nederlands tv-platform neer te zetten. Een onderscheidend platform wat ervoor moet zorgen dat we blijvend de programma’s onder de aandacht kunnen brengen die de Nederlandse samenleving informeert, entertaint en verbindt!’
Volgens NTR-omroepdirecteur Paul Römer is vooral het samenwerken op commercieel niveau lastig. ‘Je kan op verschillende manieren tegen de zaak aankijken. Het maakt nogal uit wat precies de doelstelling is van de sector waar je voor werkt. De commerciële zendergroepen hebben de doelstelling winst te maken. Dat doen ze door reclameverkoop van marktaandeel.’ Volgens Römer maakt deze doelstelling een samenwerking tussen NPO en de commerciële zenders complex. ‘Voor de publieke omroep is winst überhaupt geen driver, wij moeten zorgen dat onze publieke content in voldoende mate bij de burger terecht komt, via welke weg dan ook. Toch doen we al het een en ander; in NLZIET werken SBS, RTL en de NPO samen om alle Nederlandse content op één plek te ontsluiten voor ons publiek. Maar voorlopig denk ik dat het daarbij blijft.’
In termen van content kunnen SBS, RTL en NPO gezamenlijk volgens hem wel het verschil maken. Römer geeft aan dat het aanbod van buitenlandse partijen zoals Netflix nu nog beperkt blijft tot drama. Römer: ‘Ons sterke punt is dat wij speciaal op Nederland gerichte content maken op het gebied van informatie, kunst en cultuur, educatie en ontspanning. Daar moeten wij onze voorsprong zien te behouden. Als samenwerking met andere Nederlandse partijen daarbij kan helpen, moeten we dat zeker overwegen.’
Geef als eerste een reactie