Onlangs werd bekend dat de voormalig voorzitter van het Commissariaat van de Media, Madeleine de Cock Buning, een overstap maakte als lobbyist naar Netflix. Tweede Kamerlid Kwint (SP) heeft daarop aan Minister Slob schriftelijk vragen gesteld over deze opmerkelijke overstap van mediawaakhond naar de Amerikaanse contentreus.
Kwint wilde weten of de regels worden nageleefd uit de Gedragscode Integriteit van het Commissariaat voor de Media en de rechtspositieregels voor rijksambtenaren. Volgens hem wordt bij deze overstap de schijn van belangenverstrengeling niet tegengegaan. Hij vindt het onwenselijk dat een voormalig mediatoezichthouder direct overstapt naar een groot mediabedrijf. Vooral omdat ze in haar nieuwe functie de lobby rondom de implementatie van de audiovisuele richtlijn zal gaan doen.
Volgens Minister Slob zijn de rechtspositieregels van het ARAR voor rijksambtenaren zijn niet van toepassing op de leden van het Commissariaat. De Gedragscode Integriteit van het Commissariaat voor de Media bevat echter vergelijkbare regels voor de situatie dat iemand die nog werkzaam is voor het Commissariaat een betrekking aanvaardt bij een markpartij. Dan geldt een zogenaamde afkoelingsperiode waarin maatregelen getroffen worden om te zorgen dat er geen belangenverstrengeling optreedt. Deze situatie is volgens Minister Slob hier niet aan de orde.
Slob: ‘Betrokkene is immers vanwege het aflopen van haar tweede benoemingstermijn al per 1 juli 2019 bij het Commissariaat vertrokken. Betrokkene start haar werkzaamheden voor Netflix halverwege januari 2020. Er zit dus ruim een half jaar tussen het einde van haar voorzitterschap bij het Commissariaat en indiensttreding bij Netflix. Daarmee is er feitelijk sprake van een afkoelingstermijn en zeker niet van direct overstappen naar een groot mediabedrijf. Verder geldt voor betrokkene een geheimhoudingsplicht die ook voortduurt nadat men het CvdM heeft verlaten.’
De desbetreffende overstap is volgens Slob daarom niet in strijd met de nu geldende gedragsregels. ‘Dit laat onverlet dat ik voornemens ben om te zorgen voor een meer passende afkoelingsperiode. Ik zal dit meenemen bij de wijzigingsvoorstellen die ik verwacht uit het nog lopende onderzoek naar de governance van het Commissariaat’, aldus Slob.
Geef als eerste een reactie