Een delegatie van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bracht van 8 tot en met 10 januari 2019 een bezoek aan Denemarken, met als doel meer inzicht krijgen in het medialandschap en de specifieke achtergronden daarvan. Tijdens dit werkbezoek hebben de leden diverse gesprekken gevoerd en bezoeken afgelegd.
De delegatie bestond uit de leden Van der Molen (CDA, delegatieleider), Aartsen (VVD), Krol (50PLUS) en Öztürk (DENK). Van de zijde van de Kamer werd de delegatie begeleid door de griffier van de commissie, mw. De Kler.
Het hierna volgende verslag is een weergave van opgedane indrukken tijdens de gesprekken en bezoeken op locatie, alsmede van ter hand gestelde stukken. Een programma van het werkbezoek en een overzicht van de gesprekspartners staat beschreven in de bijlage. Voorts liggen de tijdens het werkbezoek en later aangereikte documenten ter inzage op het commissiesecretariaat OCW.
In Nederland vinden veel nieuwe
ontwikkelingen op het gebied van media plaats en wordt op alle fronten
nagedacht over de toekomst van het medialandschap. De minister voor Basis- en
Voortgezet Onderwijs en Media heeft in zijn planningsbrief[1]
aangegeven dat de Kamer in het voorjaar van 2019 zijn visiebrief inzake een
duurzaam publiek mediabestel kan verwachten.
Ter voorbereiding op de behandeling van de visiebrief hebben de leden van de
commissie OCW onder meer rondetafelgesprekken gevoerd met landelijke en
regionale omroepen, kranten, digitale media zoals Google en Netflix, en diverse
experts. In de gesprekken werd onder andere ingegaan op: het pluriforme
medialandschap, de invloed van digitale ontwikkelingen op het publiek bestel,
hoe houdt men – ondanks afnemende inkomsten – de kwaliteit en pluriformiteit in
stand en hoe zorgt men ook in de toekomst voor sterke landelijke en regionale/lokale
media en goede onderzoeksjournalistiek.
Soortgelijke vraagstukken spelen ook in andere landen. De Deense publieke omroep DR (Danish Broadcasting Corporation) heeft onlangs te maken gehad met een terugloop van de bekostiging (hetgeen leidt tot een groot aantal ontslagen), een beperking van het aantal kanalen (tv en radio), een nieuwe aansturing vanuit de overheid (contract), wijziging in de financiering (afschaffing kijk- en luistergeld) en restricties op bijvoorbeeld de nieuwsvoorziening ten gunste van de commerciële journalistiek. Er is veel interesse in het verloop van de ontwikkelingen hieromtrent. Ook is er belangstelling voor de achtergrond van de (internationaal) succesvolle Deense televisieseries.
Beknopte vergelijking van het Deense en Nederlandse medialandschap
Denemarken is iets groter dan Nederland en heeft ongeveer 5,7 miljoen inwoners. Het is lid van de Europese Unie, maar niet van de eurozone; de munteenheid is de Deense kroon. Denemarken is een parlementaire constitutionele monarchie. In de ambtelijke briefing van de ambassadeur wordt aangegeven dat Denemarken een referentiesamenleving is voor Nederland en dat het omgekeerde ook geldt. Het Deense parlement heeft één Kamer met 180 parlementariërs. Het land wordt gekenmerkt door een blokpolitiek. Er zijn vier ‘rechts’ en zes ‘links’ georiënteerde partijen in Denemarken, die zich afzonderlijk verenigen in een ‘blok’. Op het moment van het werkbezoek is er sprake van een rechts minderheidskabinet met gedoogsteun van de Deense Volkspartij. De gedoogsteun wordt veelal per dossier verleend, met handtekeningen die na de regeringsperiode geldig blijven.
Vergelijking op mediagebied
Aantal zenders: Nederland: 3 tv-zenders en online platform (NPOStart), 6 radiozenders; 13 regionale omroepen, 275 lokale omroepen gefinancierd door de gemeente. Denemarken: DR telt 6 tv-zenders, 8 radiozenders, website met on-demand en streaming service; TV 2 6 nationale zenders, 8 regionale zenders.
Financiering / kijk- en luistergeld: Nederland: Tot 2000 via omroepbijdrage/kijk- en luistergeld, vanaf 2000 via belastingopbrengsten (2018: € 847 miljoen) en lidmaatschapsgelden, merchandise en copyright. Denemarken:
- DR, kijk- en luistergeld, wordt per 2019 afgeschaft en vervangen door financiering via belastingopbrengsten
- TV 2 Danmark, abonnee-tv
- regionale zenders financiering via belastingopbrengsten
Publieke taak: Nederland: Breed aanbod voor alle groepen in de samenleving. De kerntaak is om programma’s te maken met een educatief, informatief of cultureel doel. Amusement is toegestaan als het bijdraagt aan deze doelen. Producenten kunnen hun programma-ideeën voortaan ook direct bij NPO aanbieden. Voorheen kon dit alleen bij de omroeporganisaties. Landelijke en regionale omroepen moeten meer samenwerken. Denemarken: Veelzijdig en uitgebalanceerd programma van programma’s en diensten aanbieden voor alle geledingen van de bevolking. Zij moet ervoor zorgen dat de Deense bevolking een ruime keuze van programma’s en diensten heeft via televisie, radio, en internet. Nieuw beleid wordt in onderstaande paragrafen toegelicht.
Reclame: Nederland: Maximaal 10% van de zendtijd per jaar, maximaal 12 minuten per uur en niet tussen de programma’s door. Opbrengst gemiddeld € 200 mln. per jaar. Sponsoring alleen voor sport en cultuur. Denemarken: DR mag geen inkomsten via reclame ontvangen of kijkers om een bijdrage vragen. Mag wel programma’s verkopen. TV 2 is een abonneezender.
Concessie: Nederland: Concessiebeleidsplan 2016-2020 ‘Het publiek voorop’ is op 1 januari 2016 ingegaan. Denemarken: Concessieovereenkomst in ‘Public service contract 2019-2023’ afgesloten op 18 september 2018 tussen regering en DR. Dit is voorafgegaan door de 2019-2023 media agreement, tussen regering en parlement.
Toezicht: Nederland: Commissariaat voor de Media en Reclamecodecommissie. Denemarken: ‘Radio and Television Board’.
Samenvattend verslag van de diverse gesprekken
Bezoek aan de Deense publieke omroep DR (Danish Broadcasting Corporation)
De delegatie wordt ontvangen door de heer Frank Laybourn, lid van de directie van DR. Tijdens het gesprek wordt de delegatie geïnformeerd over het politieke kader rond de bezuinigingsopdracht en het ontwikkelingsplan voor DR. Het gaat om een terugloop in de overheidsbekostiging van 20% in een periode van vijf jaar. De inning van kijk- en luistergeld wordt in een periode van drie jaar uitgefaseerd, waarna de Deense publiek omroep rechtstreeks via de rijksoverheid wordt bekostigd.
Minder tv- en radiokanalen, meer digitale kanalen
De heer Laybourn geeft aan dat in de concessieovereenkomst 2019-2023 is vastgelegd dat DR het aantal tv-zenders terugbrengt van zes naar maximaal vier zenders. Het aantal digitale zenders wordt uitgebreid. Er wordt meer samengewerkt met commerciële mediabedrijven en er wordt meer uitbesteed. Op een vraag van de delegatie naar voorbeelden van samenwerking, noemt de heer Laybourn: ‘Nordish film’ (het leveren van inhoud door DR) en ‘Sports’ (het leveren van input door DR).
Voorts is in de concessieovereenkomst overeengekomen dat er een meer geld gaat naar het overheidsfonds (Public Service Fund). De regionale mediakanalen worden gevrijwaard van bezuinigingen. Er dient een hoger percentage Deense muziek op de radio te worden uitgezonden. Het aantal radiozenders gaat van acht naar vijf. Er komt meer aandacht voor de toegankelijkheid van de mediakanalen voor mensen met een beperking. De financiën van DR worden transparanter gepresenteerd. Er komt een ‘verbod’ op lange diepgaande nieuwsartikelen door de omroep.
Prioriteiten in content
Volgens de concessieovereenkomst dient de Deense omroep zich qua inhoud te focussen op nieuws, informatie, cultuur en educatieve vorming, met meer aandacht voor de jonge kijker. De heer Laybourn geeft aan dat de verhouding tussen enerzijds ‘nieuws, cultuur, lopende zaken en debat, Deense fictie en drama en muziek’ en anderzijds ‘sport, entertainment en buitenlandse films en series’ neer zal komen op 88% staat tot 12%. Op een vraag van de delegatie over de relatie met Denflix, antwoordt de heer Laybourn dat dat de digitale transformatie betreft. Die gaat meteen naar de app, niet naar de flow-kanalen.
Minder geld naar organisatie en bestuur
De middelen dienen bij voorrang besteed te worden aan content. Een grootschalige herziening van de bezetting van de Deense omroep is voorzien. Er worden 382 fte’s wegbezuinigd. Dat betreft twee directeuren (is 29% van het totaal), 26 managers (is 18% van het totaal) en 356 werknemers (is 14% van het totaal). Het toezicht is geregeld via de Radio and Television Board, gekenmerkt door politieke benoemingen.
De heer Laybourn stelt dat in de nieuwe politieke constellatie de publieke omroep hoog op de agenda is gekomen en onder druk is komen te staan. Er heeft een sterke lobby plaatsgevonden door de landelijke dagbladen en de commerciële mediabedrijven. Hij stelt dat de publieke omroep in een defensieve rol is gebracht waarin de steun van de gebruikelijke bondgenoten (belanghebbenden) ontbrak. Er is een besef ontstaan dat de DR zich anders op had moeten stellen; minder ‘arrogant, closed en non cooperative’. De voornemens zijn om de dialoog met de belanghebbenden te versterken, innovatief te zijn, een nieuwe bedrijfsstrategie te ontwikkelen, wijzigen van succescriteria en nieuwe vormen van samenwerking met de commerciële mediabedrijven te ontwikkelen.
De delegatie heeft aan het eind van het bezoek aan DR een rondleiding gehad, met interessante gesprekken op de werkvloer van DR ‘News, current affairs and regions’, onder leiding van directeur de heer Anders Kern.
Bezoek aan productiehuis Zentropa Entertainments
De delegatie heeft na een informatief lunchgesprek met de directeur, heer Mark Denessen en de heer Anders Kjearhauge, CEO, een rondleiding gehad door de indrukwekkende studio’s van Zentropa. Deze filmstudio is één van de grootste van Scandinavië. De delegatie heeft vernomen dat het succes van de Deense en overige Scandinavische series voor een groot deel is toe te schrijven aan het investeren in tijd en geld. Het budget voor een seizoen van bijvoorbeeld de serie The Bridge lag tussen de 12 en 14 miljoen euro. De Deense publieke omroep beperkt zich in het aantal kwaliteitsseries per jaar (bijvoorbeeld twee seizoenen per jaar) en geeft schrijvers en producers expliciet ruim de tijd. Ongeveer de helft van het beschikbare budget komt van co-producenten, fondsen en inkomsten door verkoop van series aan het buitenland.
Bezoek aan Deense Unie van Journalisten
De Deense Unie van Journalisten, opgericht in 1961, is een vakbond voor mensen die werken in journalistiek, media en communicatie. De bond heeft ongeveer 18.000 leden die permanent in loondienst werken of freelance werken als journalisten, fotografen, cartoonisten, tv-producenten, regisseurs van documentaires, communicatoren, enz.
De heer Lars Werge, voorzitter van de vakbond, stelt dat het aantal freelancers in het medialandschap ook in Denemarken enorm toeneemt, evenals de werkdruk van de journalisten. Er zijn veel kranten gefuseerd. De bond heeft zich sterk gemengd in de discussie over de Deense omroep en gestreden voor minder DR-budget, mede vanwege hun stevige aanwezigheid bij de nieuwsvoorziening op internet. De heer Werge geeft aan dat de stevigheid waarmee de overheid heeft opgetreden (20% budgetkorting en schrappen van groot aantal zenders) niet hun bedoeling was. Over de ban op lange nieuwsartikelen op internet door DR, was de vakbond voor journalisten wel heel verheugd. Overigens is naar de mening van de heer Werge de nieuwsvoorziening via bewegende beelden de toekomst. Op een vraag van de delegatie hoe wordt omgegaan met voorvallen waarbij de omroep artikelen van krant kopieert naar eigen website, antwoordt de heer Werge dat er bij hen sprake is van een soort gentleman’s agreement. Ook kwam aan de orde het feit dat Google een krantenbericht kan laten voorlezen, waarbij de krant belastingplichten heeft en Google niet.
In gevallen waarin een mediabedrijf of journalist wordt beschuldigd van het overtreden van de wet in hun journalistieke werk, speelt de Deense Unie van Journalisten een actieve rol. In dit werk is de bond van mening dat de vrijheid van meningsuiting en de belangen van het publiek altijd centraal moeten staan. Bij voorvallen rond ‘hate speech’ is er een onafhankelijke raad die men om advies kan vragen.
Tot slot is in het gesprek stilgestaan bij de ontwikkelingen rond het heffen van belasting aan internetbedrijven zoals Facebook, Google en Amazon. De gerede angst bestaat dat er over vijf jaar financieel geen mogelijkheden meer zijn voor vrije pers wegens het wegvallen van advertentieopbrengsten. Een aantal landen is al actief bezig met het inspelen op deze ontwikkelingen, zoals Frankrijk, Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Oostenrijk. Het wachten is op de EU wat betreft regels voor transparantie (hoe werken hun algoritmen), belastingheffing en finale debat over de nieuwe richtlijn voor auteursrechten.
Bezoek aan dagblad Politiken
Politiken is een van de grootste kranten van Denemarken en is opgericht in 1884. Het hoofdkantoor is gevestigd in een monumentaal pand aan het Raadhuisplein in het centrum van Kopenhagen. De delegatie heeft gesproken met de heer Christian Jensen, de hoofdredacteur, en de heer Troels Behrendt Jørgensen, directeur digitale zaken. De heer Jørgensen zet uiteen dat Politiken veel aandacht besteedt aan de digitalisering. De verkoop van de papieren krant is sinds korte tijd stabiel. De digitale content stijgt. Abonnees van Politiken kunnen kiezen uit printversie, printversie + digitaal of alleen digitaal. Politiken is een sociaal liberale krant. De krant wil een optimistische kijk op het leven uitstralen. Van de digitale klanten is 50% tussen de 38 en 45 jaar. De krant kent drie belangrijke pijlers: samenleving, cultuur en opiniëring. De krant won twee keer de prijs voor beste dagblad. Het is ook de op een na duurste krant in Europa. Men betaalt ongeveer € 45 per maand.
De heer Jensen is van mening dat in landen met een goede publieke nieuwsvoorziening ook vaak een kwalitatief goede private nieuwsvoorziening te vinden is. Het feit dat de Deense publieke omroep twee jaar geleden is gestart met ‘DR DK news’ is dan ook geen directe bedreiging voor Politiken. Het initiatief ‘DR.DK going digital’ is nodig om jongere mensen te bereiken. Op langere termijn is het wellicht meer bedreigend voor de krant, omdat de behoefte aan streaming informatievoorziening groter wordt. Waar Politiken moeite mee heeft, is dat de publieke omroep een nieuwstijdschrift maakt, met lange teksten en foto’s. Een van de leden van de delegatie merkt op dat de kranten tegenwoordig toch ook nieuwsfilmpjes maken. De heer Jensen geeft aan dat zij zijn gestopt met de eigen tv-studio en zich meer focussen op het geschreven woord. Hij stelt ook dat DR toch niet met publiek geld het werk van de private media zou moeten willen doen. Hij is van mening dat zij zich dienen te richten op video en audio, gecombineerd met een beperkte vorm van geschreven woord.
De heer Troels vult aan dat in de periode van 2005 tot 2007
DR de grenzen heeft opgezocht tussen traditionele en innovatieve vormen van
nieuwsvoorziening. Hij was toen zelf hoofdredacteur bij DR. De laatste jaren is
de samenwerking tussen de publieke en private partijen gegroeid, zeker op het
gebied van onderzoeksjournalistiek (bijvoorbeeld samen met TV 2). De
video-archieven van DR zijn enorm. Politiken wilde graag toegang daartoe, maar
dat is nooit gelukt, ondanks dat het om publiek gefinancierd materiaal gaat.
De delegatie informeert tevens naar ontwikkelingen op het gebied van reclame.
De indruk is dat er weinig commerciële advertenties op de publieke omroep
zichtbaar zijn. De heer Troels weet dat in Nederland van origine altijd veel
commerciële investeringen op tv zijn geweest. In Denemarken is dat minder, mede
vanwege het bereik van de zenders. Veel zenders, maar totaal 5 miljoen
inwoners.
Concluderend stellen de gesprekspartners dat het mogelijk is om in deze dagen een kwalitatief goede krant te maken, met content waarvoor mensen willen betalen, ook jongere mensen.
Bezoek aan Deense ministerie van Cultuur
De delegatie heeft een gesprek gevoerd met de minister van Cultuur, mevrouw Mette Bock. Zij heeft een achtergrond in de mediawereld, zowel publiek als privaat. Ze is nauw betrokken bij de politieke vragen rond mediabeleid. Sinds 2012 is er in Denemarken discussie over de media en de investeringen daarin. Naar haar mening staat daarin voorop: hogere kwaliteit voor minder budget. Welke doelstelling hebben de publieke media in de toekomst? Ze hadden een monopoliepositie, maar met de nieuwe media komt daar verandering in.
De minister beschouwt de publieke omroep als een cultureel instituut. De komende vijf jaar heeft de omroep te maken met bezuinigingen. In de concessieovereenkomst, het zogenaamde ‘public service contract’ dat in overleg met het bestuur van de omroep wordt opgesteld, is onder meer opgenomen dat de omroep content maakt die te duur is voor de private sector. De minister omarmt het bestaan van de commerciële omroepen. Ze maakt zich zorgen over de kloof met de jongere generatie die steeds minder behoefte heeft aan tv en kranten.
TV 2 is publiek eigendom, maar de overheid betaalt niets. TV
2 heeft een vorm van coproductie met Netflix. Uit voorzorg voor bescherming van
Deense content bestaat de afspraak dat 2% van de omzet wordt teruggesluisd naar
Denemarken. De minister spreekt uit dat zij van mening is dat belasting voor
deze investeerders zoals Netflix, geheven moet worden op EU-niveau. Om
vernieuwing op gang te brengen zou overwogen kunnen worden om een deel aan een
commerciële partner te verkopen.
De minister zegt dat de kranten een vorm van overheidssteun krijgen in de vorm
van btw die voor papieren en digitale content hetzelfde is.
De delegatie brengt bij de minister onder de aandacht dat er
een spanningsveld lijkt te bestaan tussen kranten en de omroep over de lange
onderzoeksartikelen. De minister beaamt dat hierover op het moment een
politieke discussie bezig is. Er zal een compromis moeten worden gezocht. Een
andere vraag die is gesteld, is wat de feitelijke opdracht aan de DR is,
wanneer in het mediabeleid meer aandacht wordt gevraagd voor de Deense christelijke
waarden. De minister stelt dat dit niet iets nieuws is. Het is, zo stelt de
minister, absoluut niet zo dat de overheid zich inhoudelijk met de programma’s
gaat bezig houden.
Tot slot is geïnformeerd naar het benoemingsbeleid van de raad van toezicht van
de omroep (‘Radio and Television Board’). De minister stelt dat er sprake is
(geweest) van een imago van een ‘left wing institution’. Het bestuur wordt op
openbare wijze benoemd. Er is een herbenoeming van vijf jaar mogelijk. De
minister benoemt de voorzitter en twee leden. De grootste fracties in het
parlement dragen ieder twee leden aan. Het personeel van DR draagt twee leden
aan. Naar de mening van de minister bevat het vijfjarige ‘public service
contract’ voldoende checks en balances en voldoet de omroep daar ook aan. De
minister stelt dat het beste voor een goed evenwicht, de publieke discussie is.
Bezoek aan het Deense parlement
Bij het bezoek aan het Deense parlement is de delegatie ontvangen door de voorzitter van de commissie voor Culturele zaken, de heer Orla Hav die sinds 2007 lid is van het parlement voor de sociaal-democratische partij. Bij dit gesprek waren ook aanwezig de heer Jan Erik Messmann, parlementariër voor de ‘Danish people’s party’ en de heer Rasmus Nordquist, van de Alternatieven.
Uitgesproken wordt dat Denemarken een publieke infrastructuur nodig heeft om de mensen tot elkaar te brengen, bij voorkeur niet door middel van één omroep, maar minimaal twee omroepen. Vanuit de EU is er een probleem met staatssteun. Geopperd wordt: ‘waarom combineren alle publieke omroepen in Europa niet alles wat betreft content en programma’s in één service (met ondertiteling), als tegenhanger voor Netflix e.d.’. Op de vraag of er nog nieuwe wetgeving op komst is, wordt geantwoord dat wordt overwogen om alle DR-content openbaar beschikbaar te stellen. Dit stuit echter in EU-verband op bezwaar in verband met auteursrechten. De delegatie informeert naar de benoeming van de raad van toezicht van de Deense omroep. Nogmaals verneemt de delegatie dat drie leden van de raad door de minister worden benoemd en zes leden door de grootste politieke partijen. Op de vraag of deze leden politiek actief zijn, wordt geantwoord dat dat van partij tot partij verschillend is. Tot slot informeert de delegatie naar de bereidheid tot het transparant laten maken van de algoritmes van internetbedrijven als Google en Facebook. De opinie is dat als dit moet gebeuren, dat alleen kan geschieden via een gezamenlijk optreden.
Tot slot
De delegatie van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft het mediawerkbezoek aan Denemarken als zeer zinvol en inspirerend ervaren. Zij willen op deze plek hun erkentelijkheid uitspreken voor de inzet de ambassadeur, de heer Henk Swarttouw, en zijn staf die ervoor hebben gezorgd om dit werkbezoek op deze wijze mogelijk te maken. Een bijzonder woord van dank aan de heer Robbert Pronk, de heer Thom Edinger en de heer Grégoire Clair. Het werkbezoek was uitmuntend georganiseerd.
Bron: tweedekamer.nl
In dit overzicht ontbreekt naar mijn mening één essentieel onderdeel. In het radiolandschap heeft Denemarken 2 publieke omroepen. In 2010 werd besloten dat er naast Danmarks Radio een tweede publieke radio omroep diende te komen, om de diversiteit in het radiolandschap te bevorderen. Dat werd Radio 24/syv (Radio 24/7), dat in november 2011 de ether in ging. De bekostiging van Radio 24/syv werd in zijn geheel afgehaald van het budget van Danmarks Radio (bij de start was dat rond de 100 miljoen Deense Kronen, grofweg 13,5 miljoen Euro). Met de komst van Radio 24/syv moest DR één FM-net afstaan, waardoor de DR zenders P1 en P2 nu noodgedwongen een FM net delen.
De concessie voor Radio 24/syv loopt op 1 november van dit jaar af. De eisen van de Deense overheid voor een nieuwe concessie zijn dusdanig bijzonder (volgens sommigen: krankzinnig), dat Radio 24/syv heeft besloten om af te zien van een aanvraag voor een verlenging, met 10 jaar, van de huidige concessie. Het gevolg is dat zij op 31 oktober aanstaande haar uitzendingen zal staken. Er is tot op heden geen nieuwe concessiehouder aangewezen.