Kabinet wil meer ruimte voor reclame bij publieke omroep

Het kabinet heeft een voorstel tot wijziging van de Mediawet 2008 aan de Koning voorgelegd, waarmee het wettelijk vastgestelde minimum van de rijksmediabijdrage aan de publieke omroep per 2025 wordt verlaagd. Deze wetswijziging is nodig om een eerder aangekondigde bezuiniging van € 24,3 miljoen op de landelijke publieke omroep door te voeren.

De wijziging volgt op het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van 11 december 2024, dat is beantwoord door minister Eppo Bruins van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Op basis daarvan is de toelichting bij het wetsvoorstel aangepast.

In 2025 is op de OCW-begroting in totaal € 1,26 miljard beschikbaar voor het mediabeleid, waarvan ruim € 960 miljoen bestemd is voor de landelijke publieke omroep. Een deel van het budget is afkomstig uit reclameopbrengsten van de Ster. Dit aandeel stijgt van € 129 miljoen naar € 153,3 miljoen.

De Raad van State wijst erop dat de publieke omroep door de verlaging van de rijksbijdrage meer afhankelijk wordt van reclame-inkomsten, die van nature minder stabiel zijn. De Afdeling adviseerde om in de toelichting nader in te gaan op de gevolgen van deze verschuiving. Het kabinet heeft hieraan gehoor gegeven door het desbetreffende onderdeel aan te passen.

In de aangepaste toelichting wordt benadrukt dat de publieke omroep ondanks de toenemende rol van reclame-inkomsten geen commerciële koers mag varen. De Mediawet waarborgt dit, doordat de verkoop van reclamezendtijd uitsluitend via de Ster loopt en niet via de NPO zelf. De Ster draagt haar inkomsten af aan de mediabegroting; de minister en het parlement bepalen vervolgens welk bedrag naar de publieke omroep gaat. Dit systeem voorkomt commerciële beïnvloeding en biedt enige buffer tegen schommelingen via de Algemene Mediareserve.

Opvallend is dat het oorspronkelijke plan om de reclametijd op publieke zenders af te bouwen tot vijf procent in 2026 is losgelaten. Het huidige maximum van acht procent wordt nu als nieuwe grens vastgelegd. Volgens het kabinet is deze aanpassing noodzakelijk om de lagere rijksbijdrage te compenseren zonder verlies van kwaliteit of bereik.

In de zomer van 2025 komt het kabinet met bredere hervormingsvoorstellen voor de landelijke publieke omroep, inclusief een impactanalyse van de gevolgen voor commerciële mediapartijen. De voorgestelde wetswijziging vormt daarmee een eerste stap in een reeks aanpassingen in het Nederlandse mediabeleid.

9 Comments

  1. Een wetsvoorstel wordt door het kabinet niet aan de koning voorgelegd, maar aan het parlement. Als het daar (Tweede en Eerste Kamer) wordt aangenomen krijgt het rechtskracht nadat de koning het heeft ondertekend.

  2. Maak er dan commerciele omroep van ala RTL Luxemburg met een verplichting tot het uitzenden van nieuws, achtergronden, opinie, cultuur en levensbeschouwelijke programma’s en mocht blijken dat deze verplichte uitzendingen geen voldoende reclame gelden opleveren de kassabon bij de regering leggen, die dan de gemaakte kosten minus de reclame inkomsten compenseert, zo dat de omroep quitte speelt.

  3. Uit alle onderzoeken blijkt dat mensen voor televisie best wat meer willen betalen i.p.v. dat er meer reclame komt. En dus komt het kabinet met meer reclame bij de NPO. Weer een bewijs dat het kabinet niet luistert naar de mensen en zij zelf ook eigenlijk helemaal niet te zeggen hebben. De politiek is voor de bühne. De echte macht zit er achter bij grote bedrijven en organisaties. De zelfde die ook al die reclames over de mensen uitstorten.

  4. De publieke omroep zou juist reclamevrij moeten zijn, en commercieel levensvatbare formats lekker naar de commerciëlen verhuizen. En DPG niet toestaan alle RTL zenders over te nemen.

    Laat een derde commerciele partij toetreden.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*