Het Ministerie van OCW heeft BCG verzocht te reflecteren op de vraag welke mogelijkheden er zijn om te besparen buiten de scope van het eerdere onderzoek, waarbij toen als uitgangspunt is genomen dat kostenbesparingen gezocht worden binnen de context van het huidige bestel.
In het memo dat begin deze maand op tafel lag, gaat de Boston Consulting Group achtereenvolgens in op mogelijke (1) additionele besparingen op organisatiekosten, (2) mogelijke besparingen op programmakosten door te sturen op efficiëntie en (3) mogelijke besparingen op programmakosten door te sturen op doelmatigheid. De gedachten zijn volledig voor rekening van BCG, betreffen een concept voor verdere discussie en vragen uiteraard om nader onderzoek. Maar wie alvast de reactie van de minister wil lezen, kijk hier.
Besparingen op organisatiekosten
De huidige situatie is er een waarin omroepen eigenstandige organisaties zijn die eigen beslissingen nemen ten aanzien van hun bedrijfsvoering. Hierdoor worden de mogelijkheden voor verdere centralisatie, bundeling en ontdubbeling beperkt. Dit is volgens BCG evident waar het gaat om de kosten voor de directies van omroepen, maar geldt ook voor zaken als marketing en communicatie en in mindere mate voor financiën en inkoop, HR, huisvesting en ICT.
Additionele besparingen als gevolg van schaalvoordelen en standaardisatie zijn beperkt, in de ogen van BCG: een ruwe inschatting bedraagt 3-6% van de totale organisatiekosten. Dat het potentieel beperkt is, komt ook omdat volgens de consultants groter niet altijd goedkoper en beter betekent. Het genoemde potentieel bestaat onder andere uit ontdubbeling van managementfuncties, inkoopvoordelen door standaardisatie en bundeling, en standaardisatie van IT-systemen en processen voor administratie. Om dit potentieel te realiseren, zullen omroepen een deel van hun autonomie moeten opgeven.
Besparingen op programmakosten via sturen op efficiëntie
Naast verder besparen op de organisatiekosten is een vraag of verdere efficiëntie bereikt kan worden in het primaire proces van programma’s maken. In een efficiëntieonderzoek uit 2011 maakte BCG hierbij onderscheid naar programmatische efficiëntie en operationele efficiëntie. Op beide vormen van efficiëntie zien de consultants nog potentieel.
Programmatische efficiëntie is onder andere te bereiken door meer rust in het programmaschema. Operationele efficiëntie heeft te maken met sturing op kostenbewustzijn en het uitwisselen van ‘best practices’ onder programmamakers.Daarbij gaat het over samenwerking met buitenproducenten, het inkopen van techniek en keuzes rond de opbouw van het personeelsbestand in het primair proces.
Besparingen op programmakosten via sturen op doelmatigheid
Op basis van het voorgaande lijkt het onwaarschijnlijk dat een significante besparing kan worden gerealiseerd op basis van efficiënter werken, zowel naar organisatie- als programmakosten, luidt een belangrijke tussentijdse notie van BCG. Dit betekent dat keuzes gemaakt moeten worden ten aanzien van de programmering.
BCG stelt vast ‘dat er geen constante feedbackloop is’ waarin de relatie tussen programmakosten en het realiseren van doelen en publieke waarde op basis van data wordt geëvalueerd tussen NPO en omroepen: ‘De huidige feedback lijkt meer ad hoc en op basis van inzichten van de hiervoor aangestelde experts.’
Historisch en vanuit gebrekkige meetinstrumenten is dit goed te verdedigen, aldus BCG: ‘Maar de techniek schrijdt echter voort en we zien wereldwijd dat steeds meer omroepen meer op data durven te sturen. Sterker nog, er zijn indicaties dat omroepen die datasturing combineren met expert judgment het beter doen dan omroepen die op meer traditionele wijze programmeren.’
Kabinetsvisie: inhoud en transparantie
De reflectie eindigt met een noot waarin fijntjes wordt opgemerkt dat het vergroten van inzet in de doelmatigheid en doeltreffendheid aansluit bij de kabinetsvisie waarin de publieke omroep wordt opgeroepen om tot een meer inzichtelijke verantwoording te komen. Meer in het algemeen sluit deze optie aan bij de kabinetsvisie als het gaat om de wijze waarop programmering tot stand komt: ‘De inhoud zou leidend moeten zijn, niet de distributie. De centrale vraag zou moeten zijn: welk aanbod beantwoordt aan de publieke taken en de behoefte van het publiek.’
Oh, jee…..de managers en politici gaan zich weer bemoeien met de programma’s.
En het was zo fijn dat de politiek op enige afstand stond van de programma’s.
Wat ben ik blij dat ik dat nog heb meegemaakt.