Bij de roemruchte Wisseloord Studio’s zijn ze een heel nieuwe weg ingeslagen. De studio’s zijn kwalitatief nog steeds wereldtop. Niet voor niets kwamen onlangs mensen van de beroemde Capitol Studios (Los Angeles) in Hilversum kijken. Maar de kern van de activiteiten ligt nu elders. “We willen dé ontmoetingsplaats worden voor talentvolle muzikanten, ze helpen hun plaats te veroveren. We willen het veilige Zwitserland van de muziekindustrie zijn, een neutraal ‘house of music”’, vertelt eigenaar Henk Bout (60).
Chief creative officer Malik Berrabah (38) preciseert: “Tussen de talenten en de industrie in, dus aan de ene kant de labels en producers, aan de andere kant de muzikanten. Wisseloord als ontmoetingsplaats is het belangrijkste, de studio’s zijn een ’tool’, gereedschap.”
In 1978 stichtte platenmaatschappij Polygram de studio’s aan de Catharina van Renesselaan. Internationaal verwierven ze snel faam. Mick Jagger kwam erheen, The Police, Tina Turner, wie eigenlijk niet uit binnen- en buitenland?
Sindsdien is de muziekindustrie drastisch veranderd. Bout schetst hoe die een enorme klap heeft gehad maar nu weer opkrabbelt. “In 1998 ging in ‘recorded music’ per jaar wereldwijd 16 miljard dollar om, rond 2014 lag het dieptepunt bij 5 miljard, nu is het 7,6 miljard en verwacht wordt dat het groeit naar 41 miljard in 2030.” Ook de wegen waarlangs muziek het publiek bereikt, zijn sterk in beweging. Bout haalt een recent rapport aan van investeringsbank Goldman Sachs. Daarin staat dat streaming van muziek nu groter is dan downloads, cd’s en vinyl samen.
Taal van muzikanten
Tegen die achtergrond gooide Wisseloord het roer om. Draaide het tot dan toe om de techniek en de ‘engineers’, anderhalf jaar geleden werd de focus verlegd naar de muziek en de muzikanten. Met het oog daarop werd Malik Berrabah aangetrokken. De Fransman met deels Algerijnse wortels is geschoold aan conservatoria in Parijs, Londen en Den Haag. “Ik spreek dus de taal van de muzikanten”, zegt hij. “Het menselijk contact is belangrijker dan de techniek.”
Veel contacten heeft hij gelegd op de plekken waar muzikaal talent te vinden is. “Bij alle Nederlandse conservatoria, de Herman Brood Academie en tal van muziekcentra in het land.” Ook zit hij in het selectiecomité van de Popronde.
Al in 2012 was het plan deze weg in te slaan. Bout: “Het idee was: als de studio zichzelf eenmaal betaalt, beginnen we een productiemaatschappij voor jong talent, want dat gebeurt maar heel weinig. Sinds zeven maanden schrijven we zwarte cijfers, maar dat heeft wel zestig maanden geduurd, veel langer dan gedacht.” Als gewezen eigenaar van facilitair mediabedrijf United waren Bouts zakken diep genoeg om het uit te zingen.
“Bij een studiobezetting van 120 dagen ligt het break even point, dus hebben we 240 dagen per jaar over om mooie dingen te doen: jong talent en communities voor dat talent ontwikkelen.” Ter illustratie wijst Bout op de Britse progressieve rockband Marillion, opgericht in 1979. “Vooral geliefd onder oudere witte mannen”, grijnst hij, zelf witte man van 60. Recent huurde de band een zaal in Heerlen. Dat ging als een lopend vuurtje door de achterban en de zaal was in een mum van tijd uitverkocht. Een goed voorbeeld van hoe het kan werken tussen muzikanten en hun ‘community’.
Ontwikkeling van communities voor talent begint, leggen Bout en Berrabah uit, met de vraag aan de muzikant of band: wie wil je zijn? Wat voor profiel wil je hebben? Wat is je doelgroep? Bout: “Via sociale media boren we dan doelgroepen aan. Op digitale platformen zetten we content: songs, maar ook interviews. Het staat nog in de kinderschoenen, maar vergeet niet dat Nederland een van de meest gedigitaliseerde landen is. Dat biedt tevens kansen voor datamining, kennis vergaren over de achterban van muzikanten.”
Ook werkt Wisseloord aan platformen ‘rond muzikale genres, non-mainstream’. “Zo zijn we bezig een wereldwijd bluesplatform op te zetten voor video on demand”, aldus Bout.
Langzaam proces
Van belang is wel om realistisch te blijven. Berrabah: “Duwen heeft geen zin, het moet organisch groeien, het is en langzaam proces. Maar de muziekindustrie ziet inmiddels wel waarmee we bezig zijn.”
Bij de talentontwikkeling krijgt Wisseloord steun van ’een kleine groep zakenlieden, vaak rijk geworden muzikanten die iets terug willen doen’. De bijdragen van deze ‘Friends of Wisseloord’ worden in een fonds gestopt. Bout: “Meer vrienden zijn welkom.”
Geef als eerste een reactie