Zorgen bij Raad voor Cultuur over opheffing NPO-fonds

De Raad voor Cultuur heeft zorgen over de plannen van de NPO voor opheffing van het NPO-fonds. Het is onvoldoende duidelijk hoe de huidige doelstellingen ervan gewaarborgd zijn als het fonds wordt geïntegreerd in het genremanagement van de NPO. Dat staat in een brief van de raad aan staatssecretaris Gunay Uslu van Cultuur en Media. Zij liet vorige week weten hierover het gesprek met de NPO aan te willen gaan. De raad noemt dat een positief signaal en geeft haar in de brief een aantal aandachtspunten mee voor dat gesprek.

Het NPO-fonds, voorheen Mediafonds geheten, stimuleert hoogwaardige dramaproducties, documentaires en talentontwikkeling bij de publieke omroep. Onder meer series als ‘Het jaar van Fortuyn’ en ‘I.M.’, de docuserie ‘Klassen’, en de podcast ‘De Plantage van Onze Voorouders’ kwamen met bijdragen uit het fonds tot stand. Het fonds levert zo een bijdrage aan de diversiteit en kwaliteit van het Nederlandse culturele media-aanbod en biedt kansen aan makers om eigen ideeën voor producties te realiseren. Daarnaast worden projecten op het gebied van talentontwikkeling en innovatie gestimuleerd. De perspectieven en de thema’s die hierdoor een kans krijgen, zijn volgens de raad van groot belang.

De raad wijst er in de brief aan de staatssecretaris op dat de beoordeling van aanvragen bij het fonds gebeurt door onafhankelijke deskundigencommissies. Deze systematiek draagt bij aan de kwaliteit en aan de maatschappelijke legitimatie van de beoordeling. Het lijkt er volgens de raad op dat de NPO het fonds wil integreren in de nieuwe structuur voor integrale programmering met zogeheten genremanagers. Alleen is die structuur volgens hen nog niet uitgekristalliseerd, of in elk geval nog niet extern bekendgemaakt.

Mede daarom vindt de raad zorgvuldigheid belangrijk. Voor makers en andere betrokkenen moet eerst duidelijkheid komen over hoe de functionaliteiten in een nieuwe situatie geborgd worden. Niemand is gebaat bij het overhaast doorvoeren van veranderingen, schrijft de raad.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*